Also ist der Lieserpfad der schönste Wanderweg der Welt.

Aldus een veel geciteerde uitspraak van Manuel Andrack (journalist en tv-persoonlijkheid). Zijn logica gaat als volgt: Het Lieserpfad is de mooiste wandelroute in de Eifel -> De Eifel is het mooiste deel van Duitsland -> Duitsland is het beste wandelland van de wereld -> Dus is het Lieserpfad de mooiste wandelweg van de wereld. Het klinkt als wiskundige logica, maar het is slechts een opeenstapeling van meningen.

Een mooie wandelroute is het zeker. Soms lopen we naast de Lieser, dan weer stijgen we er hoog boven uit. Bospaden worden afgewisseld met smalle wandelpaadjes. ’s Ochtends ligt er rijp, er hangen ijspegels.
We besluiten op het laatste moment om deze route te wandelen in één van de drukste tijden van het jaar: tussen kerst en oud-en-nieuw, precies wanneer iedereen vakantie heeft. Toch geen slechte gok want onderweg kwamen we geen andere rugzaktoeristen tegen. Waarschijnlijk helpt het ook dat iedereen dezelfde richting op loopt, bergaf.

Die Landschaft erobert man mit den Schuhsohlen, nicht mit den Autoreifen.
– Georges Duhamel

Als we bij Daun de bossen in lopen, zien we meteen weer ijshaar. Dat was toch zeldzaam? Alleen te zien als er een schimmel aanwezig is op het loofhout en de temperatuur precies goed is? De hele dag door zien we ijshaar. De volgende dag weer. We beginnen te twijfelen aan de zeldzaamheid. De vorige keer dat we het zagen waren we in België, daarvoor hadden we het nog nooit gezien. Waarom niet? Hebben we eerder nooit goed opgelet? Nu lijkt het overvloedig aanwezig…
Tot de derde dag. Dan is het ineens weg. Geen idee waarom, het is nog steeds nèt onder het vriespunt en overal zijn loofbomen. IJsharen lijken dus toch zeldzamer dan we dachten.

De vraag is nog steeds onbeantwoord, is dit echt de mooiste wandelroute ter wereld?
In één van de VVV folders die ik onderweg zie, lees ik het volgende citaat: “Die Landschaft erobert man mit den Schuhsohlen, nicht mit den Autoreifen” – Georges Duhamel*. Dit citaat lijkt beter te passen bij het Lieserpfad. Probeer niet om de “mooiste wandelroute” te vinden, iedereen heeft recht op zijn eigen mening. Maar in plaats van dit gebied binnen een kwartier voorbij te vliegen op de Autobahn kun je er veel beter 3 dagen rustig doorheen wandelen, genietend van alle moois.

Foto’s

Klik hier om alle foto’s te zien.

*) Een geciteerd citaat, ik weet het. Een Duitstalig citaat van een Franse schrijver.

Malerweg in de Sächsische Schweiz

De keuze voor deze route was een niet al te moeilijke. We waren al in de regio en bij het zien van wat foto’s op internet waren we snel overtuigd. Het enige wat ons wat zorgen baarde was de eventuele drukte. Thuis kochten we een routekaartje en dat was de voorbereiding wel.

Het moment dat we richting het nationale park Sächsische Schweiz rijden breekt de zon door en deze zal blijven schijnen tot we weer thuis zijn. Werkelijk prachtig weer hebben we deze week. We parkeren de auto bij het startpunt in Liebethal, hier is een “wandelaarsparkeerplaats”. De route is erg afwisselend. We lopen door bossen, weilanden, kloven, langs beekjes en via uitzichtpunten. Er zijn velen traptredes, doorgangen en laddertjes. Er zijn onverharde wegen maar ook smallere wandelpaadjes. De hoogte speelt natuurlijk geen rol, maar je wandelt door de dag heen toch wel wat meters op en af.

De route doet een aantal toeristische trekpleisters aan zoals de Basteirotsen en Basteibrug, de Kuhstall en de vesting Königstein. Ook een uitstapje naar de Prebischtor net over de grens in Tsjechie is mogelijk. Dit zijn dan ook de plaatsen die het drukst zijn, mooie bezienswaardigheden in combinatie met horeca.

Wanneer we bij het gesloten pension Hocksteinschänke om water willen vragen biedt de vrouw des huizes ons een kamer voor de nacht aan. Avondeten heeft ze niet voor ons, maar een paar weizenbier wel, lekker! De twee volgende nachten vertoeven we op een camping. De eerste nacht op camping Ostrauer Mühle bij Altendorf en de andere nacht, iets van de route af, op de aardige camping Thorwaldblick bij Hinterhermsdorf. Bij km 80 denken we wel te kunnen eten en overnachten in pension Liethenmühle. Geen plaats, zegt de eigenaar, en alles in de buurt is ook vol in verband met het aankomend Paasweekend. Wanneer we afdruipen komt hij ons achterna en zegt toch nog een kamer vrij te hebben. Mooi! De laatste nacht slapen we bij het dorpje Weissig aan de Elbweg, op een superlelijke ‘camping’ met alleen maar grote campers.

De route is met momenten druk, er waren een paar dagen dat er weinig volk op de been was. De drukte zal te maken hebben met de populariteit van de bezienswaardigheden in de route. Ook het prachtige weer en het gegeven dat een deel van Duitsland al vakantie had speelde een rol. De route wordt door ‘de officiele instanties’ niet geadviseerd te lopen bij winterse omstandigheden, maar ik vermoed dat dit juist een mooie en rustige tocht zal opleveren.

De officiele route-indeling is acht dagen met een dagrugzak. Wij liepen met volle bepakking een kleine zes dagen tot in Pötzscha, en dat waren geen overvolle dagen. Van Pötzscha tot Pirna leek ons wat saai dus we hebben daar de trein genomen naar Pirna. In Pirna bleek een bus te rijden naar het startpunt Liebethal. Openbaar vervoer is volop aanwezig, ergens anders beginnen of eindigen vergt niet veel planning. Wildkamperen is verboden, speciaal in het Nationaal Park Sächsische Schweiz. Wij hebben dit ook niet gedaan. Er zijn voldoende mogelijkheden om te overnachten en eten. Een beetje planning is hierbij wel handig. Het eten voor zes dagen hadden we zelf bij, noodzakelijk is dit niet. Er zijn best veel mogelijkheden onderweg, maar zin om daar naar te moeten zoeken hadden wij niet. Het gebied is absoluut prachtig en meer dan de moeite waard. Als je drukte een probleem vindt is het van belang dat je daar in je planning rekening mee houdt.

Foto’s

Klik hier om alle foto’s te zien

Bibliografie

Wanderkarte Leporello Malerweg Elbsandsteingebirge 1:25000

Schluchtensteig in het Zwarte Woud

Deze route staat al een paar jaren op de “to-do” lijst, maar kwam er steeds niet van. Er ligt nog veel sneeuw in de hoge bergen, tijd voor een “laagland-route”. Het weer lijkt mee te gaan werken, dus vertrekken we richting het Zwarte Woud. De route is tien jaar geleden ontwikkeld en voert de eerste dagen door meerdere diepe kloven met mooie watervallen en slingerende rotspaden. Daarna volgt de bekendere Schwarzwald-romantiek van boerderijen, bossen, een stuwmeer en uitzichtpunten.

We parkeren de auto in de buurt van het eindpunt van de route, in Wehr-Brennet. Hier rijdt de trein ons tot Lauchringen van waar we met de bus tot aan het startpunt van de route rijden, Stühlingen. In het dorp vinden we een camping waar we slapen voordat we in de ochtend starten met de route.

Met stralend weer lopen we het dorp uit richting de rivier de Wutach en volgen zonder problemen de route-tekens. In de eerste uren treffen we een aantal medewandelaars van de Schluchtensteig. Ze wensen ons “auf-wiedersehen” maar we zullen ze niet meer zien. Zij lopen vaste dagafstanden terwijl wij onze bivakspullen en eten mee op sjouw hebben zodat we kunnen gaan en staan waar we willen. Via de Wutachflühen lopen we richting Blumberg waar aardige uitzichtspunten zijn.

Enorme wolken stuifmeel in de lucht belemmeren ons helaas een blik op de Alpen. Na een onrustige winderige nacht lopen we de tweede dag de Wutachschlucht in.

Het is nog steeds warm en zonnig dus de de bomen geven aangename verkoeling. Het is een prachtig stuk met een afwisselend pad. Je loopt continue naast, hoog boven en soms via een bruggetje over de rivier. Af en toe is er een uitzichtspunt de diepte in.

Na het doorkruisen van de Haslachsschlucht overnachten we op de camping in Lenzkirch. De volgende ochtend komen we wat traag op gang. De route voert westelijk langs de Schluchsee over een breed grindpad.

Door bossen en over mooie alpenweides gaat het verder naar zowat het hoogste stuk van de route, rond de 1150m. Hier vinden we een hele mooie bivakplek. De avondzon die door de naaldbomen prikt, een kerkklok in de verte, verder complete stilte.

We slapen als ossen. Via de Windbergwasserfall arriveren we de volgende ochtend al snel in St. Blasien. De bekende domtoren laten we links liggen en we duiken gauw een café in voor een koffie. Dat doet een mens deugd! Op wat caffeïne zetten we de pas er in om vandaag tot voorbij Todtmoos te komen. Onderweg passeren we de Lehenkopf met mooie uitzichten en een beklimbare toren bovenop.

Ook verderop zijn meerdere punten met aardige vergezichten. In Todtmoos vinden we net voor sluitingstijd de toeristeninformatie waar we 10 euro betalen om te mogen overnachten naast het Wachshaus net voorbij Schwarzenbach. Dit is een hutje wat ’s winters in gebruik is door de lokale hondesledevereniging. Ernaast ligt een grasveld zo vlak als een biljartdoek en een toilet met wastafel en dus drinkwater. Voor die 10 euro ontvang je ook een ticket waarmee je de dag erna vrij mag reizen met het openbaar vervoer. Na een regenachtige nacht hebben we het geluk droog op te kunnen breken. Zonnig wordt het helaas niet meer.  Een paar afwisselende stukken compenseren enigszins de saaiere stukken maar echt interessant wordt het niet meer vandaag. Het druilerige weer helpt ook niet mee.

In Wehr vinden we het officiële eindpunt van de Schluchtensteig. Een route die lovend beschreven wordt in de media en die verwachting wordt waargemaakt. Een mooie, afwisselende, vrij lichte route die de moeite waard is.

Foto’s

Klik hier om alle foto’s te zien

Praktisch

Vanuit Zuid-Nederland is het met de auto een uur of zeven rijden naar het zuiden van het Schwarzwald. Het begin- en eindpunt van de route zijn goed te bereiken met het openbaar vervoer.  Afhankelijk van je voorkeur zet je de auto bij het beginpunt, of juist bij het eindpunt. Ondanks dat meerdere bronnen op internet dit tegenspreken is er voldoende water te vinden onderweg uit natuurlijke stroompjes en beken. Wanneer je dan een waterzuiveringsfilter of -middel meebrengt vind je voldoende drinkwater. We hadden geen waterzuiveringsmiddel bij ons maar ook onderweg zijn er met enige creativiteit voldoende drinkwateropties (kraantje bij kerkhof, bij een eetgelegenheid, vragen bij een huis etc). Overnachten hebben we gedaan op campings en wildgebivakkeerd. We hebben gestaan op de camping bij Stühlingen en Lenzkirch. De laatste nacht stonden we voor 10 euro hier. De route staat beschreven als 6 wandeldagen met dagrugzak. Wij liepen hem eind april in 5 dagen met bivakmateriaal, dit komt neer op ongeveer 25km per dag en dat was prima te doen. De route is uitstekend bewegwijzerd, met de kaart erbij kan je eigenlijk niet verkeerd lopen.

Bibliografie

Wanderkarte Leporello Schluchtensteig 1:25000

Hoe tem je een groene Llama?

‘Bitter water’, denk ik, als ik een mond vol water uit de Markkleeberger See doorslik. Waarom werkt dat reptielenbrein toch zo snel en zo goed? Waarom duurt het even voordat de meer intelligentere delen van je hersenen het overnemen? We zijn in het Kanupark Markkleeberg waar ze 10000 liter water per seconde door een betonnen goot pompen. Geen mens drinkt zo snel.

Nog een paar witte schuimkoppen voor ik door de stroming uitgespuugd wordt in het rustige meertje. Vanochtend begon onze packraft cursus met het oefenen van verschillende peddelslagen. Na de basis peddelslagen heeft onze instructeur, Jurgen, ons meegenomen naar het grasveldje om te oefenen met de throwbags en uitleg te geven hoe je iemand kan redden. Natuurlijk blijft het niet bij oefenen op het droge. De zon begint goed te branden op onze drysuits, we mogen het water in om af te koelen. ’s Middags gaan we weer de boot in om het geleerde in de praktijk te brengen. “Het geleerde” bevat niet alleen de peddelslagen, ook het zwemmen.

Kanupark Markkleeberg ligt aan de Markkleeberger See in de buurt van Leipzig. Het is een open kolenmijn geweest zoals je die meer kan vinden in dit deel van Duitsland. De kolenmijn is volgelopen met grondwater en uitgebouwd tot een recreatiegebied. Het Kanupark was eigenlijk bedoeld voor de Olympische zomerspelen van 2012. Uiteindelijk zijn deze spelen in London gehouden en doet het park dienst als trainingslokatie. Het bestaat uit een 130 meter lange trainingsbaan en een 270 meter lange wedstrijdbaan. De trainingsbaan wordt voornamelijk gebruikt om te leren kayakken. De wedstrijdbaan wordt gebruikt als familieuitje met grote rafts of door playboats.

Om te leren packraften is de trainingsbaan goed geschikt. Je kunt er goed oefenen met kehrwasser, walzen, stufe, etc. De wedstrijdbaan is vooral overleven. Er is één rustpunt in deze 270 meter lange aaneenschakeling van schuimend en persend water. Goed voor een stevig gevulde dag waterpret.

Film

*) Het likken aan de lens is een bekende truuk om de druppels minder aan de lens te laten plakken.

Harz

De laatste tocht van dit jaar. Het wordt een langlauftocht door de Harz van enkele dagen. Een klein probleem: hoe dichterbij de vertrekdatum komt, hoe minder kans er is op een met sneeuwbedekte Harz. Dit is toch het gebied dat bekend staat om zijn vele regenval en lage temperaturen? Tijdens de kerst verdwijnen de laatste vlekken sneeuw, dus we vertrekken richting Duitsland zonder ski’s.

De Harz is een middelgebergte in Noord-Duitsland met als hoogste punt de Brocken. Het is heel erg bekend: Per jaar komen er 1.3 miljoen mensen naar de Brocken. De Harz is één groot bos van hoofdzakelijk dennebomen en een enkele berk. Het wordt afgewisseld met vennetjes en de “toppen” van de bergen bestaan uit een paar rotsblokken. Een paar jaar geleden is de lynx uitgezet, die meteen symbool staat voor het gebied.
De Harz is al sinds de Middeleeuwen gebruikt voor intensieve mijnbouw. De laatste mijn is vrij recentelijk gesloten: in 2007. De mijnbouw heeft zijn sporen nagelaten want er zitten nog steeds veel zware metalen in de grond. Tijdens de Koude Oorlog lag de grens tussen Oost- en West-Duitsland door de Harz. Tussen 1945 en 1990 was dit verboden, militair gebied. Na de Wende is zo’n beetje alles wat herinnerd aan deze tweedeling verwijderd. De enige herinnering die je regelmatig tegenkomt in het gebied zijn de Kolonnen Wegen, lange blokken beton waarover de soldaten zich verplaatsten.

De eerste avond kruipen we onder de tarp als het niet lang daarna begint te miezelen. Gedurende de nacht gaat het getik van de regendruppels over in een zachter geroffel: sneeuw. Er valt die nacht toch nog een paar centimeter sneeuw en we worden wakker in een witte wereld.

Ondanks dat de wind sterker wordt, duurt het een dag of twee voordat de dichte mist die in het bos hangt verdreven is. Deze dagen hebben we geen uitzicht: je loopt door een dicht bos en op de toppen (Klippe) is niks te zien door de mist. Als de mist dan eindelijk optrekt, hangt er toch nog een dichte, grijze deken over de Brocken. Volgens de statistieken zit de Brocken 300 dagen per jaar in de mist. We geloven het.

Achtermannshöhe

Aangezien het vakantietijd is en de Harz een geliefd gebied is, is het erg druk op de paden richting de Brocken. Zodra je deze paden verlaat, kom je bijna niemand meer tegen!

Dit gebied is goed geschikt om een keer te langlaufen. Het is glooiend en er zijn goede paden. Om te wandelen hebben wij liever kronkelige bergpaadjes, die we er een stuk minder vinden.

Foto’s

Klik hier om alle foto’s te bekijken.

Bibliografie

450, Karte 1, Harz
Wandern, Rad, Kompass
1:50 000

Packraften op de Isar, van bron naar Bad Tölz

Na de wildwater cursus willen we zelf nog een tocht van een paar dagen maken met onze packrafts. We hebben het idee dat we veel geleerd hebben en willen dat graag in de praktijk brengen. We zoeken in onze DKV Kanuführer, het boek White Water North Alps en bij kajaktour.de en vinden twee rivieren die in aanmerking komen: de Isar en de Salza. Na veel wikken en wegen en staren naar waterstanden gaan we voor de Isar.

We vinden een voorbeeldtocht op internet. Het stuk Scharnitz tot Wolfsrathausen is in juni 2009 gedaan in packrafts en duurde drie dagen.  Bij outdoor bedrijf Nature Lounge zijn helmen en wetsuits te huur. Helaas zijn geen waterhoogtes of debieten vermeldt in de voorbeeldtocht. We gaan met de auto naar Scharnitz en op zoek naar Nature Lounge. Zonder bescherming tegen het koude water willen we geen Alpenrivier in. Morgen gaat het regenen, maar daarna komt er vier dagen goed weer aan. Als we morgen wetsuits kunnen huren, kunnen we de vier dagen erna varen in mooi weer. Past precies.

Helaas, Nature Lounge bestaat nog wel, maar verzorgt alleen maar uitjes met Lama’s, wat door de lokale VVV wordt bevestigd. De vrouw bij de VVV vertelt dat er geen kajakbedrijven in de buurt liggen. De eerste winkel die iets verkoopt wat met kajakken te maken heeft, zit in Garmisch-Partenkirchen. Een beetje teleurgesteld gaan we terug naar de camping. We zien er tegenop om naar Garmisch-Partenkirchen te rijden en er daar erachter te komen dat we toch geen wetsuits kunnen huren. Op internet zoeken we naar alternatieven: Kajak school Source2Sea in de buurt van Innsbruck adverteert met verhuren van wetsuits. We zien geen openingstijden, dus rijden op goed geluk ernaartoe.

Aan de deur hangen wel openingstijden. Wij komen natuurlijk aan buiten deze openingstijden, maar gelukkig is er iemand aanwezig die ons het materiaal wil verhuren. We krijgen een telefoonnummer mee om een afspraak te maken om ze terug te brengen. Hij vertelt er meteen bij dat de openingstijden op de deur indicatief zijn. Wij zijn blij dat we op pad kunnen.

Het plan is om de Obere Isar te bevaren vanaf de camping. Na een overnachting op de camping pakken we de tassen om en gaan we nog drie dagen de Untere Isar bevaren. We kunnen moeilijk inschatten hoe ver we kunnen komen in drie dagen omdat we geen vergelijk hebben van debieten. We weten dat het water eigenlijk net te laag staat en houden er rekening mee dat het langer kan duren als we stukken moeten lopen. Langs het traject is het mogelijk om op verschillende punten af te breken en met het openbaar vervoer terug te gaan naar de camping.

Obere Isar

Pete Bandtock: “Every time we do this run, we are simply buzzing to repeat it immediately.”

Er loopt een karrespoor vanuit het dorp naar de instap, maar die is verboden voor alle verkeer. Voor kajaks is een taxidienst die je naar de instap brengt. Wij gaan te voet richting de instap. Er is laagwater: volgens het meetstation is de waterstand 112.7 cm, terwijl er minstens 115 cm nodig is voor een bevaring. Als er te weinig water is bij de instap, kunnen we altijd wat verder stroomafwaarts instappen.

In het deel van de instap tot aan de eerste nauwe vallei staat inderdaad te weinig water. We zijn de hele tijd aan het slalommen om rotsen en bomen te ontwijken en raken talloze keren de bodem. We komen de Isar Cataract ongeschonden door, maar de manier waarop verdient geen schoonheidsprijs.

Obere Isar.

Na de Cataract gaan we de eerste nauwe vallei in en staat er eindelijk genoeg water. Vanaf hier is het peddelen met een grote glimlach. Het is hard werken, maar erg leuk. Dit zal doorgaan totdat we terug zijn bij Scharnitz.

De eerste vallei bestaat uit een continue afdaling over kleine plateaus. Er zijn geen eddies om op elkaar te wachten of even te rusten. Daarna opent het dal zich weer en wordt het water iets rustiger. Je kunt hier genieten van het uitzicht op het Karwendel massief.

Obere Isar.

De tweede vallei is iets gemakkelijker, iets rotsiger met meer eddies. Let hier op het punt waar de Gleierschbach in de Isar stroomt: als je links kijkt, zie je het erg mooie en smalle Gleierschbachtal. In de buurt van Scharnitz moet er opgepast worden voor baggerwerken met een kabel door de rivier. Goed opletten op werkdagen! In de beschrijving van dit stuk van de Isar stond een dam beschreven met ijzeren staven die wij niet tegen zijn gekomen, zelfs niet bij dit lage water.

Untere Isar

We gaan verder stroomafwaarts vanuit Scharnitz. Bij de grens moeten we uit het water en omdragen: Er ligt daar een dam van grote rotsblokken met daarbij meerdere grote, roestige ijzeren staven. Waarschijnlijk geen probleem met een kajak, maar met onze opblaasbare packrafts proberen we toch zoveel mogelijk scherpe objecten te vermijden. Bij dit lage water steken ze net een paar centimeter boven het wateroppervlak uit. Als het water iets hoger staat, zijn ze waarschijnlijk niet te zien.

Omdragen bij de grens in Mittenwald.

In Mittenwald volgen nog twee onbevaarbare stukken met veel te veel rotsen. Daarna peddelen we rustig verder door Mittenwald.

Mittenwald.

De volgende hindernis ligt bij Krün. Er ligt daar een klein stuwmeer om elektriciteit op te wekken. Bij het begin van het meer staat een bord dat je aan de linkerkant uit het water moet en bevaren niet toegestaan is. Je loopt dan over de brug naar de andere kant en kan dan na de stuwdam weer instappen.

Omdragen voor de dam bij Krün.

kajaktour.de: “Man könnte fast meinen, dass man nicht mitten in Europa sondern irgendwo in Kanada ist.”

Na Wallgau verandert de rivier ineens van karakter. Tot nu toe was het een redelijk snel stromende rivier gevuld met rotsblokken. Nu vertakt de Isar zich meerdere malen en stromen deze beekjes door één grote, brede grindbak vergezeld met omgevallen bomen en drijfhout. We volgen deze vertakkende, kronkelige beek en moeten meerdere malen uitstappen omdat het niet diep genoeg is om te bevaren. Later zien we dat de waterstand bij Rißbachdücker maar 16 cm was. 23 cm is minimaal nodig voor een bevaring en er wordt geadviseerd dat het pas lekker varen is bij een waterstand van 30 cm.

In dit deel van het Isartal, van Krün tot Vorderriß wordt veel wild gekampeerd. We komen een aantal mensen tegen in open kano’s, die hun tentje al opzetten langs de kant.

Als we de volgende dag wakker worden is de rest van de wereld in een dikke mist gehuld. We kunnen met moeite de andere kant van de Isar zien. We ontbijten, pakken alles in en vertrekken weer. Al snel moeten we uitstappen bij de dam en meetpunt in Vorderriß. De mist is ondertussen bijna helemaal opgetrokken.

Vandaag schiet het niet op. We moeten erg vaak uit de boot omdat de waterstand te laag is en we komen veel dammen tegen. Het is een mooi stuk, maar het in- en uitstappen kost erg veel tijd. Vlak voor de Sylvenstein-Stausee wordt grind gewonnen. Er rijden daar grote vrachtwagens af en aan, volgeladen met kiezelstenen. Ze rijden plankgas en we moeten regelmatig in de berm achter onze packrafts schuilen. We gaan direct na de brug het water in om er na twee minuten weer uit te moeten voor de echte dam. Helaas.

Sylvenstein Stausee.

We zijn blij om eindelijk het stuwmeer op te kunnen varen. Helaas staat er windkracht vier tegen, dus ondanks ons harde peddelen doen we er lang over om aan de andere kant te komen. Bij de dam zijn werkzaamheden waardoor we pas een stuk verder weer verder kunnen met varen.

Onze boten blijken een bijzondere aantrekkingskracht te hebben op kinderen. Als we aankomen bij de instap na het stuwmeer is er een familie aanwezig met vier kinderen. Eén van de kinderen zit zowat in Fred zijn boot als hij de rugzak aan het klaarmaken is voor vertrek. Ze blijven net zo lang kijken totdat we weggevaren zijn.

Na de instap komen drie leuke drops. Elke drop is hoger dan de vorige, maar gemakkelijk bevaarbaar. Aan deze kant van de stuwdam is het waterniveau gelukkig hoog genoeg om lekker door te kunnen varen. Even waren we bang geweest dat we de rest van deze tocht zouden moeten lopen door de lage waterstand.

Drop na de Sylvenstein Stausee.

Drop na de Sylvenstein Stausee.

Bij Winkl moeten we nog één keer omdragen voor een dam. Dit tweede deel van de dag gaat verrassend snel. De rivier stroomt weer wat sneller en we kunnen lekker doorvaren zonder uit te moeten stappen. We passeren de dam in Lengries en zetten onze tarp neer op een eilandje in de Isar even buiten Lengries. Het eilandje zit vol met bijtende, rode mieren, maar we vinden nog net een mierloos stukje dat groot genoeg is voor onze tarp en twee packrafts.

Bivak op een eilandje na Lengries.

Er is nog maar een klein stukje over tot de uitstap bij Bad Tölz. We spelen nog wat met het in- en uitgaan van eddies, maar bereiken Bad Tölz toch eerder dan verwacht. Het is nog flink zoeken naar het station, maar tegen de middag zitten we dan toch in de bus op weg naar de camping. Een paar uur en twee overstappen later zijn we terug in Scharnitz. Alweer een veel te vroeg einde van een mooie tocht.

Uitstap bij Bad Tölz.

Foto’s

Klik hier om alle foto’s te bekijken.

Film

Bibliografie

Pete Bandtock – White Water North Alps
Rivers Publishing U.K.ISBN 0-9519413-9-9

DKV-Auslandsführer Band 1 – Österreich/Schweiz
Deutscher-Kanu-Verband-Verlag
ISBN 978-3-937743-19-6

WK322: Wetterstein – Karwendel – Seefeld – Leutasch – Garmisch-Partenkirchen
Wander-, Rad- und Freizeitkarte, Freytag & Berndt
1:50 000

182: Isarwinkel, Bad Tölz, Lenggries
Wandern – Rad – Skitouren, Kompass
1:50 000