De route.
Vrijdag 2 september 2011
De reisdag. Met de trein naar Schiphol, met het vliegtuig naar Oslo, wachten, daarna door naar Bodø (uitspraak: Boede). Op vliegveld Oslo was het nog even spannend. We kunnen daar alleen maar betalen met onze creditcard, die we normaal nooit gebruiken. Wat was de code ook alweer? Even zweten en dan broeden we toch de juiste getallen eruit… Zucht…
Het vliegveld van Bodø ligt midden in de stad. We krijgen het zelfs voor elkaar om bij de Intersport nog gas te kopen. Heerlijk. Morgen alleen nog met de bus naar het beginpunt en dan kunnen we al starten. Dit is wel eens moeilijker geweest!
Vanuit de Intersport zijn we in 3 kwartier naar de camping gelopen. Even de benen strekken zo na de hele dag in de trein en het vliegtuig.
Zonsondergang vanaf de camping.
Zaterdag 3 september 2011
Onze bus vertrekt vandaag pas om 14.15, dus we doen het rustig aan deze ochtend. Een beetje door de stad zelf slenteren, een bakje koffie drinken en door de haven lopen.
Voor 164 Kronen mogen wij en onze rugzakken mee met de bus. Het is even moeilijk om de juiste tongval te vinden, maar na een paar keer proberen, kunnen we de buschauffeur duidelijk maken dat we er bij Børelva (uitspraak: Burjelva, met een Helmondse l) uit willen. Dat is geen officiele halte, maar een hooiberg met boerderij langs de weg. Met onze kaart op schoot volgen we waar de bus rijdt. En ja hoor, we stoppen weer eens in de middle-of-nowhere. Dit is het, Børelva.
Ons beginpunt.
We beginnen met onze klim richting de Børtinden. Niet lang nadat we aan onze klim beginnen, komt een Noor met zijn hond ons tegemoet. Hij is erg spraakzaam en we komen te weten dat de jacht hier op 10 september (over een week) begint, dat ze geen honden mogen gebruiken voor de jacht en dat ze met hagel schieten, dus dat het ongevaarlijk is. Hij heeft hier zijn hond getraind en gaat zelf jagen in Tromsø.
Tijdens het lopen, worden we bijna van onze voeten geblazen, zo hard waait het. We hebben moeite om een plekje voor onze tent te vinden. Liefst staan we een beetje uit de wind, maar de meeste horizontale plekken zijn erg drassig. We vinden een plekje in een klein kommetje met zicht op de lokale bergrug, de Åselitindan. De markante bergtop rechts heet Børtinden, daar willen we morgen naartoe. Zolang het goed weer is, willen we er gebruik van maken en zo nu en dan een bergtopje meepakken.
Uitzicht vanaf onze tentplek.
Het is altijd weer even wennen, zo met een volle rugzak. We zijn allebei blij dat onze inloopdag maar een halve dag omhoog lopen was.
Zondag 4 september 2011
Het eerste nachtje in de tent was onrustig. Ondanks dat we allebei best moe waren, hebben we niet al te best geslapen. Normaal gaat de wind wel liggen ’s avonds, maar deze wind blijft vannacht spelen met onze tent. Ondanks dat de avond eindigt met flinke bewolking, zetten we toch de wekker, hopend op het noorderlicht. Halverwege de nacht begint het te regenen. Onze tent is van nylon en rekt als het nat wordt. Dus regenen betekent opstaan, naar buiten en alle tui-lijnen strakker zetten.
We zijn vertrokken richting de Børtinden en hebben na een uurtje onze tassen achtergelaten op een rotsrichel. Hier komen we weer terug om onze reis te vervolgen, dus waarom zouden we al die kilo’s meeslepen naar boven. Zonder grote rugzakken zijn we sneller. Als de lemmingen maar niet ons eten vinden…
Een lemming.
Top van de Børtinden, links is Bodø te zien, het waait nog steeds flink.
We vinden onze rugzakken in één keer en ongeschonden terug.We lopen langs de bergrug richting het meer Skardvatnet. Daar gaan we het pad oppakken, richting de hut. Als we aan het einde van de bergrug het dal inkijken, lijkt het veel makkelijker om het pad vanaf Børvatnet op te pakken. Dan kunnen we over een klein bruggetje naar de hut en hoeven we niet te doorwaden.
Vlak voor de hut komen we twee Noren tegen, ze zeggen dat ze de Lurfjellhytta (hut) alvast lekker warm gestookt hebben voor ons. Er staat ook al een pannetje warm water te wachten. Hun definitie van lekker warm is duidelijk anders dan de onze. Het is er bloedheet. De hut zelf is prachtig, netjes, met keuken, zit kamer, slaapkamers, ongelooflijk. De hutjes in Andorra (waar we ook al heel blij mee waren) zijn er niks bij! Zelfs de bemande hutten in de Alpen zijn er niks bij!
De Lurfjellhytta.
Maandag 5 september 2011
Vandaag is het weer dreigend, maar het regent niet (op een paar druppels na dan). We hoeven vandaag niet zoveel hoogtemeters af te leggen als de dagen ervoor en er is een pad. We schieten dus lekker op en kunnen een flinke afstand afleggen.
Onderweg komen we geen mensen tegen. Schapen wel, en die kijken een beetje verbaasd als ze ons zien. We komen ook weer veel lemmingen tegen. De hoeveelheid lemmingen blijkt te schommelen per jaar. Dit jaar is een jaar met veel lemmingen en dat merken we.
Charissa is overigens verkouden geworden vandaag.
Onze tentplek.
Dinsdag 6 september 2011
Een zwaardere dag dan de dag ervoor. Het weer zat niet mee, de hele dag regen en harde wind. Onderweg zijn we twee oudere Noorse vrouwen tegengekomen. Ze zijn bezig met een trektocht van hut naar hut en waren nu op dag 7. Aan hun grijze haren te zien waren ze niet meer de jongsten.
De regenwolken benemen ons ons uitzicht, gisteren waren nog grote gletsjers te zien. Vandaag zouden die ook nog zichtbaar moeten zijn, maar helaas.
Regenwolken.
Op onze wilde-beesten-teller kunnen we een kudde rendieren en een stel lemmingen bijtellen.
De verkoudheid van Charissa wordt toch erger.
Woensdag 7 september 2011
We zijn vandaag van de Arnevatnetr meertjes tot net na Steinbua Bjøllåvatnet gelopen. Onderweg natuurlijk weer wat lemmingen en rendieren tegengekomen.
Rendier.
Op de kaart staat een stuk van de route aangegeven als “moeilijk begaanbaar in de winter”. We verwachten daar een steil stuk of ander moeilijk terrein, maar in de herfst is het makkelijk begaanbaar.
Met doorwaden hebben we alweer geluk. Het waterpeil staat erg laag vandaag. We kunnen over de grote stenen die in het water liggen naar de overkant lopen. Als het een cm of 10 hoger had gestaan, hadden we onze schoenen uit moeten doen en naar de overkant moeten waden.
We hoeven niet te doorwaden.
In onze pauze bij de hut Bjellåvasstua praten we met een Noorse trekker. Hij woont in de buurt en is vanochtend vanuit Mo I Rana gekomen. Afgelopen zomer is hij ook in deze hut geweest, toen was het veel drukker. Er moesten zelfs mensen op de vloer slapen. Hij vertelde ook van andere hutten in de buurt, zelfs met sauna! Nee, voor hem geen tent.
We lopen verder langs het meer. De harde wind maakt het soms best moeilijk, we hangen allebei tegen de wind in tijdens het lopen. Halverwege het meer staat een stenen hutje, Steinbua Bjøllåvatnet. Daar zit een visser te wachten. Hij heeft netten uit staan in het meer, maar kan die door de harde wind niet meer binnenhalen. Hij praat geen Engels, maar we begrijpen dat er nog plek is voor ons. We besluiten om door te lopen.
Lopen langs Bjøllåvatnet.
We vinden een paar honderd meter verder een mooi plekje voor onze tent. Net achter een duin, langs een klein beekje. Mooi uit de wind, met water in de buurt, perfect.
Donderdag 8 september 2011
Vannacht heeft Fred ook keelpijn gekregen. Wat wil je, met z’n tweëen in zo’n klein tentje, er is geen ontkomen aan. De wind is gaan liggen, ’s middags komen we aan bij de hut Midtistua en de lucht is weer blauw! Heerlijk. Even zitten, wat eten, en niks doen in het zonnetje. Dit is echt rendieren-land. Tijdens ons eten komt een kudde voorbij en door het hele dal komen we kuddes tegen.
Op een gegeven moment zijn we rechts van ons aan het kijken naar een stel rendieren, als twee rendieren stiekum achter ons langs proberen te lopen. Grappig om mee te maken en mooi om ze dichtbij te zien.
Na een lang, breed dal slaan we rechtsaf om uiteindelijk in een ander breed dal uit te komen, Riebivagge. Daarvoor moeten we eerst nog door een smal dalletje, over een kronkellend pad, langs een beekje.
Op weg naar Riebivagge.
We stellen onze tent op aan het begin van de Riebivagge. Het is een breed dal, maar vol met vennetjes en beekjes. Het is mooi weer, we zitten eerst even in de zon voordat we gaan koken. Na het eten en het maken van het toetje, begint het toch weer te regenen. Toch maar weer in de tent.
Tot nu toe hebben we elke nacht nog de wekker gezet. Misschien hebben we een keer een kans om het noorderlicht te zien. Helaas is elke nacht tot nu toe bewolkt geweest en is er niets te zien. Zo ook deze nacht …
Vrijdag 9 september 2011
Een prachtig dal, Riebivagge. Wel een beetje nat, door de miezel regen zijn alle struiken nat. We hebben gekozen om in september te gaan, speciaal voor de herfstkleuren. In dit dal werpt dat z’n vruchten af. Prachtig.
Riebivagge.
Langs de rivier vinden we een tipi met 3 kerels. We zeggen goeiendag (“Hej”) en lopen verder. Een uur verder komen we 3 jagers en hun honden tegen. We zeggen hallo en één van de jagers begint een praatje. Hij vertelt over de tipi die ze vorige week langs de rivier gezet hebben. Dat wordt hun uitvalsbasis tijdens de jacht. Verrek, het is bijna 10 september. De eerste dag was ons al verteld dat het jachtseizoen dan geopend wordt. Vandaar dat we al die jagers tegenkomen. We zeggen ze dat we hun vrienden al gezien hebben bij de tipi. Ze begrijpen ons niet. We vertellen dat we drie andere mannen bij de tipi gezien hebben, hun vrienden (nemen we aan). Nee, verzekeren ze ons, dat zijn andere mensen. Ze knikken naar de dubbelloops jachtgeweren die ze bij hebben en lachen een beetje. Geen probleem… “Jongens, veel plezier, goede jacht, wij gaan verder, houdoe.”
De hangbrug bij Bukkhaugbua.
De volgende jager komen we tegen bij Bukkhaugbua. Daar ligt een hangbrug over de rivier. Hij is alleen en wilt ook een praatje maken. Hij is vanuit het dal omhoog gelopen met 50 kg op zijn rug. Ze jagen blijkbaar op hoenen. Vandaag komen de eerste jagers al aan om hun plek te claimen in een hutje. Het kan in het weekend zo druk worden, dat de hutjes overvol zijn en deze jager wilt zeker niet buiten slapen. Hij beveelt ons aan om naar een klein hutje in het andere dal te gaan, Reinhagen. Een hutje voor hooguit 2 personen in een dal waar niet gejaagd wordt. Een mooi, klein, oud hutje. Ook vertelt hij dat we in een ander dal, Gråtådalen, op snow-eagles moeten letten. Die komen daar veelvuldig voor en het zijn mooie beesten.
We lopen nog een stuk omhoog en zetten dan onze tent neer. Het is goed geweest voor vandaag. Bewolking, dus geen noorderlicht.
Zaterdag 10 september 2011
’s Ochtends horen we nog wat schoten uit het dal. Het is dus bevestigd, de jacht is geopend. We stijgen nog een klein beetje, om daarna af te dalen in het volgende dal, Tverrådalen. Als de bewolking niet zo laag hangt, kunnen we nog naar een lokaal topje, Tellingen. Helaas lopen we in de wolken, dus een topje heeft geen zin vandaag.
In dit dal is geen jager te bekennen, ook geen hoen trouwens. Vandaag komen we niemand tegen. We dalen af in een dal met een woeste rivier en prachtige herfstkleuren.
Tverrådalen.
We vinden het hutje dat de jager ons aanbeveelde. Onze tent is groter om in te slapen, dus dat doen we. In het hutje staat een kachel, wat wel erg fijn is. Charissa d’r schoenen zijn lek, waardoor ze met regen altijd met natte schoenen en natte sokken loopt. We maken de kachel aan en hangen alles te drogen. Lekker.
Drogen.
Reinhagen.
Zondag 11 september 2011
Onze spullen zijn vannacht aardig gedroogd in het hutje. Zelfs onze schoenen waren redelijk droog. Wat fijn, na al die nattigheid de laatste dagen. Vandaag is een mooie dag, met een klein zonnetje.
We dalen af door het bos en komen uit in het dorpje Tverrånes. Daar moeten we aan het einde van een boerenerf een pad in. Dat is dus even zoeken. De huizen liggen best ver uit elkaar en op het bewuste erf zijn ze net aan het werk geweest met een graafmachine. Er was een pad en een karrespoor en er waren geen markeringen meer te zien.
We hebben geluncht in het zonnetje en hebben onze weg vervolgd over de graat. Deze keer hebben we uitzicht op Gråtådalen, een bergrug met een aantal flinke gletsjers. De wind wakkert aan en blaast donkere wolken door het dal in het zuid-oosten.
Blik op Gråtådalen.
We trekken nog een sprintje om voor de regen te schuilen in de hut Gråtådalstua.
Schuilen.
Regen en bewolking = geen noorderlicht.
Maandag 12 september 2011
Ondanks de druppels toch maar vertrokken. Eerst is er nog een pad met een spaarzame rode T om de route te markeren. Even later staat er overal T’s en geen pad meer. We lopen in de goede richting, de rest komt wel goed.
Onderweg.
Op het kruispunt van Gråtådalen en Skavldalen opent de bewolking even en kunnen we toch nog een blik werpen op de indrukwekkende gletsjers. We vervolgen onze weg in Skavldalen. Volgens de kaart moeten we hier een sneeuwveld over gaan steken. Het blijkt alleen dat dat nog maar een klein sneeuwveldje is. Global warming?
Een klein sneeuwveldje oversteken.
Skavldalen is een ruw dal met veel rotsblokken en beekjes. Mooi om doorheen te lopen. Aan het einde opent het dal, waar we aankomen bij Kvitsteindalsgammen. Dit is een hutje zoals de Sami die maakten: dunne boomstammen in de vorm van een tipi. Die worden dan bekleed met bast en daar worden dan plaggen op gelegd. Uiteindelijk is het dus een soort van begroeide wigwam. In het hutje stond een kachel. Met wat moeite wisten we nog een beetje hout te sprokkelen in de omgeving, om nogmaals te proberen om wat spullen te drogen.
Kvitsteindalsgammen.
We zetten onze tent op een paar meter van Kvitsteindalsgammen. Als er morgen wat zicht is, willen we vanuit hier de Vegdalsfjellet op lopen. Vanaf die berg zul je een mooi uitzicht hebben over Svartisen. Maar eerst de wekker zetten, misschien zien we wel het noorderlicht vannacht!
Dinsdag 13 september 2011
Ongelooflijk, maar vannacht trok het toch weer dicht. Ondanks dat de wekker een paar keer ging, geen noorderlicht te zien. We hebben ons goed voorbereid. Van te voren geoefend met de camera, een tabel meegenomen met de tijden wanneer de kans het grootst is om het noorderlicht te zien, maar het wil maar niet lukken. Dit is de 11e nacht dat we het proberen.
Tentplek.
Vanochtend ritsen we de tent open en de bewolking is opgetrokken. Wow, dat hadden we niet verwacht. We ontbijten snel, maken een tas klaar en vertrekken naar de Vegdalsfjellet. We laten onze tent zolang staan. In het begin stijgen we erg snel. Na twee-en-een-half uur lopen geeft onze hoogtemeter 1255m aan, de top ligt op 1268m. We zien de top liggen, maar dat is nog een heel stuk lopen. Het begint alweer een beetje te regenen en we zien dat Gråtådalen (waar we twee dagen geleden liepen) al weer in de mist ligt. Toch weer tijd om om te draaien. Er is geen pad naar boven, dus we hebben echt zicht nodig om weer beneden te komen.
Een blik richting de zee, vanaf Vegdalsfjellet.
Op weg naar beneden komen we een rendier tegen met een reuzengewei. Hij ziet ons vrij laat, stopt dan, kijkt ons eens goed aan, snuift een keer luid en zet het op een rennen.
Terug bij de tent hebben we wat hout gesprokkeld voor de volgende die bij Kviksteindalsgammen komt. Hopelijk hebben ze dan net zo veel plezier van de kachel als dat wij hadden.
De halve dag die we over hebben, hebben we gebruikt om door te lopen. We staan nu bij Litle Svalvatnet met een prachtig uitzicht op de bergen om ons heen. Zowel vandaag als gisteren zijn we niemand tegen gekomen. Het is natuurlijk ook al herfst en er is al kans op sneeuw, dus het is zeker geen hoogseizoen hier.
Tentplek.
Woensdag 14 september 2011
Dikke, dikke mist bij het openritsen van de tent. Vanuit de tent is het meer niet eens te zien! Ontbijten, spullen inpakken en weg zijn we. We moeten de rivier Svalvasselva oversteken, wat erg makkelijk is: de rivier loopt deels ondergronds en we kunnen gebruik maken van een rots-brug.
De rots-brug over de Svalvasselva.
Na deze rots-brug wordt het pad minder zichtbaar. De route staat nog een stuk aangegeven met rode T’s, daarna wordt het padloos. Helaas wordt de mist ook steeds dichter, waardoor we echt problemen krijgen met navigeren. We beginnen met het volgens van steenmannetjes en komen er een tijdje later achter dat die de verkeerde kant op gaan. Dit is niet het pad wat we willen volgen. Dan maar terug naar de laatste rode T die we gezien hadden. Nog een keer goed kijken op de kaart en met wat moeite vinden we de volgende rode T.
Uiteindelijk wordt de mist zo dik, dat we maar moeten gokken waar de volgende markering te zien is. Dus een paar honderd meter in de verwachte richting lopen, als we geen markering tegenkomen, weer teruglopen. Andere richting proberen. Het is een hele opgave bij 30 m zicht.
We leggen ongeveer 300 m over het pad af in het laatste uur (3 markeringen in 1 uur). We willen eigenlijk de rode route uit het overzicht volgen, Fellvasstua, Vakkerdalen, Glomfjord in 2 dagen. Met een snelheid van 300 m per uur halen we dat niet. Met goed zicht is dit makkelijk te doen in 2 dagen. Nu lijkt het niet meer haalbaar. Wanneer zou de mist optrekken?
Tijd voor de lunch, misschien trekt het wel open. We eten wat toerbrood en drinken wat, maar nee, het blijft dichte mist. Dan nemen we toch het besluit om om te draaien. We weten dat een stuk terug een goed pad naar ons eindpunt loopt, wat we gemakkelijk kunnen volgen. Waar we de hele morgen over gedaan hebben, doen we op de terugweg in 3 kwartier. We zijn weer terug bij onze tentplek.
De dam bij het stuwmeer.
We komen aan bij het stuwmeer en zien dat de mist vanaf 530 m hoogte begint, ongeveer de hoogte van het stuwmeer. Volgens onze tochtbeschrijving loop je vanaf hier over een karrespoor en een heleboel traptreden naar rijkweg 17. Daar stopt de bus, eentje ’s ochtends rond zeven uur en een tweede rond vijf uur ’s avonds. We blijven hier nog een nachtje staan, om morgen het laatste stuk te lopen en de bus van vijf uur te nemen. Morgenavond zijn we dan weer in Bodø.
In het hutje bij het stuwmeer vinden we een landkaart zoals de onze. Er zitten zelfs nog tickets in. Heenreis vanaf Duitsland op 3 september, terugreis 10 september. Dat is nog eens een snelle vakantie.
Donderdag 15 september 2011
Vanochtend kunnen we rustig aan doen. Het is een paar uur lopen naar beneden, en de bus gaat pas om vijf uur.
We vertrekken over het karrespoor, volgen een wandelpad en komen langs een paar meertjes. Na wat bochten en een bosje moeten we uitkomen bij een brug over een riviertje, niet lang daarna zouden de traptreden beginnen. We komen alleen niet aan bij een brug over een riviertje, maar we zien het karrespoor verdwijnen in een woeste rivier! Hmm, hier komen we niet overheen en ook niet doorheen. Snel op de kaart kijken, als we terug omhoog lopen, is er nog een andere weg. Die dan maar proberen en hopen dat die niet al te lang duurt. Zoveel ruimte hebben we nu ook weer niet in de planning. En anders wordt het nog een nachtje ergens in het tentje staan.
We vinden het andere pad, en een plek om over de rivier te komen. Deze brug ligt ongeveer 10 cm hoger dan het waterpeil. Nogmaals wordt bevestigd dat het water heel erg hoog staat. We vinden de traptreden, 1162 houten treden met ijzeren kettingen om aan vast te houden. Het eindigt in een houten (hevig wiebelende) hangbrug. Een half uurtje later staan we langs de rijksweg.
We worden door een vriendelijke buschauffeur meegenomen naar het centrum van Glomfjord, waar we op onze bus naar Bodø kunnen wachten. Drie uur in de bus later staan we weer op de camping in Bodø.
Het einde
We hebben nog wat tijd over in Bodø, en lopen nog naar de top van Keiservarden. Dat levert een mooi uitzicht op over Bodø, het fjord en richting de oceaan.
Uitzicht vanaf Keiservarden.
De laatste avond is het dan eindelijk een keer onbewolkt. Ondanks dat we in de stad zitten nu, met veel restlicht, geven we het niet op. We zoeken ’s middags al naar een goed plekje, mocht het noorderlicht zich laten zien. Als Charissa ’s avonds buiten kijkt, ziet ze witte vlekken in de lucht. In eerste instantie denken we aan hoge bewolking die zich aan het vormen is. Het noorderlicht begint als wazige witte vlekken, dus we pakken snel het fototoestel en lopen naar onze foto-plaats. Ons geduld wordt toch beloond en we kunnen drie kwartier genieten van een uniek schouwspel.
Een prachtig einde van een mooie tocht.
Aurora Borealis.
Foto’s
Klik hier om alle foto’s te zien.
Film
Bibliografie
Jolanda Linschooten – Bergtochten in Noorwegen
Voorbeeldtochten Saltfjellet/Svartisen DT4, MT8
Uitgeverij Dominicus, 2009
ISBN 978 90 257 4582 0
Salten Frilufsråd, Turkart 1:75 000, Sulitjelma – Saltfjellet
Salten Frilufsråd, Turkart 1:75 000, Sundsfjordfjellet – Svartisen