Pinksteren. Volgens de weersverwachting wordt het 29C en zonnig, met twee dagen kans op buien. We nemen deze keer geen tent mee, maar een tarp, dat zal wel genoeg zijn voor deze temperaturen en wat regen.
We stijgen naar Les Tartines en kijken naar de samenvloeiïng van de Ourthe en de Amblève. Bij een tweesprong ligt een boer in het gras een uiltje te knappen. We groeten hem en vragen in ons beste Frans of dit de weg is naar Oneux. Hij wijst inderdaad naar de kant die we opgaan en zegt: “Un bon kilomètre, … et demi peut-être”. We bedanken hem, hij zet zich weer in het gras en gaat verder met rusten.
Uitzicht op Comblain-au-Pont (Rivage).
De GR blijft vandaag voornamelijk op hoogte met mooie uitzichten over de dalen van de Ourthe en de Amblève. Het weer is broeierig en zwetend lopen we rond een uur of drie Martinrive binnen. Eigenlijk nog te vroeg om te stoppen. “Gelukkig” is de camping al zes jaar gesloten en staat het gras er heup-hoog. We lopen door tot Aywaille, waar een fiets-festival aan de gang is. De camping is vol, maar voor een klein tentje is altijd wel plek.
Camping Domaine Château de Dieupart.
De volgende dag begint met een bui. We hebben net onze tassen gepakt en wachten af. De bui laat de temperatuur dalen en lekker fris beginnen we weer te stijgen. Langzaam wordt de dag weer net zo broeierig als gisteren.
In het bos is een trailrun aan de gang. De trailrunners zijn net gestart als wij omhoog lopen. Drie-en-dertig kilometer lang is het. We zullen ze nog een paar keer tegenkomen vandaag.
Als extraatje lopen we vandaag een rondje door het Ninglinspo dal. Door het bos lopen we naar het begin van het dal. Een bos vol met steekvliegen en andere onaardige insecten. Vanaf het begin van het dalletje loopt het weer omlaag: 350 meter in drie kilometer, net naast het beekje of soms erdoorheen. Hoe lager we komen, hoe drukker het wordt, met als toeristisch hoogtepunt de aankomst in het dorp Nonceveux.
In Nonceveux is een camping, maar voor de tweede keer vinden we het te vroeg om te stoppen. Langs de Amblève lopen we door naar Fonds de Quarreux. Er is daar een kleine, rustige camping, genaamd au Moulin du Diable. De naam is een verwijzing naar de lokale legende: De Fonds de Quarreux zijn de rotsblokken die hier in de Amblève liggen. De molenaar, Hubert Chefneux, zou een prachtige molen beloofd zijn als hij zijn ziel aan de duivel zou geven. De vrouw van de molenaar was bezorgd om de ziel van haar man en verstopte zich in de molen met een medaille van Notre-Dame de Dieupart in haar handen. Hierdoor wilde de molenwieken niet meer draaien. De duivel werd gek en van woede heeft hij de molen kapot gemaakt: de enorme stenen vielen één voor één naar beneden in de Amblève.
Volgens ons zwerft die duivel nog ergens rond daar: om drie uur ’s nachts maakt hij ons wakker met onweer en hagelstenen ter grootte van flinke knikkers. Onze tarp doorstaat deze beproeving van een minuut of twintig zonder problemen. ’s Ochtends vroeg zien we de duivel in het bos tegenover de camping. Hij kijkt ons een beetje grijnzend aan:
Diable du forêt.
De GR571 verlaat nu weer de Amblève en gaat langs het beekje de Chefna omhoog. Eigenlijk vinden we dit beekdal nèt iets mooier dan de Ninglinspo. Er wordt minder gelopen, de paadjes zijn nèt iets smaller, kronkeliger en we zijn er op het juiste moment: ’s ochtends nadat het ’s nachts geregend heeft. De zon staat nog laag en het bos dampt nog mysterieus uit, een prachtige ochtend.
Beekdal van de Chefna.
Beekdal van de Chefna.
We lopen door tot Coo. Ondanks dat in beide boekjes geen camping vermeldt staat in Coo, is die er wel. We zetten de tarp neer en beginnen te koken wanneer de lucht ineens zwart kleurt. We halen de pan van het vuur en gaan onder de tarp zitten. Twintig minuten lang probeert de wind aan alle kanten grip op onze tarp te krijgen en dondert en bliksemt het boven ons. We horen bomen kraken in de wind. Als het voorbij is, blijkt de camping zonder stroom te zitten. Er is een boom op de elektriciteitskabel gevallen en die is gebroken. De Amblève is in de twintig minuten een centimeter of tien gestegen en bruin gekleurd. Na ons avondeten, helpen we de beheerder met het opdrinken van de Bellevaux Blanche. Zonde toch als zijn bier warm wordt omdat de koeling het niet doet?
Cascade de Coo.
Panorama op Coo en de spaarbekkens.
Dit is het eerste van drie delen van de GR571. Het laatste stukje gaat op hoogte van Coo tot aan Trois-Ponts met mooie uitzichten op de route die we gelopen hebben. In het bos zien we pas de schade die de storm heeft aangericht: ontelbaar veel afgewaaide takken en meer omgevallen bomen dan we hadden verwacht.
Point de vue de Ster.
In Trois-Ponts nemen we de trein terug naar ons beginpunt. De GR571 smaakt naar meer. Lekker rustig, mooie natuur en zo dichtbij!
De trein van Trois-Ponts.
Foto’s
Klik hier om alle foto’s te bekijken.
Bibliografie
Op pad met rugzak en tent
Sjef van de Poel
Uitgeverij Elmar
ISBN 90-389-1339-7
GR571, Vallées des Légendes Amblève, Salm, Lienne
Topo-Guide du Sentier de Grande Randonnée
ISBN 2-9600450-6-8