Bike & hike in de Karwendel

Fietsen voor de lol is van alle tijden. Wat is er nu leuker dan rijden in een mooie bergachtige omgeving en daarna door te wandelen naar een top? In Amerika noemden ze het in de jaren 80 “klunking“. Tegenwoordig heet het “bike and hike”. Nieuw is het allerminst. In 1955 deden de heren van UK’s Rough Stuff Fellowship het al.

Begin oktober rijden we naar de Karwendel in Oostenrijk. Afgelopen jaar hebben we het fietsen ontdekt, wandelen in de bergen deden we al. Toen Jochem voorstelde of we mee wilden een paar dagen fietsen en wandelen in de bergen, hoefden we niet lang na te denken. We willen mee!

We gaan het Karwendel-dal en het Hinterau-dal al fietsend verkennen. Wandelen gaan we naar het Hochalmkreuz, de Laliderer en een klein stukje in de buurt van het Hallerangerhaus. Voor Charissa en mij is het de eerste keer met de mountainbike in de bergen.

We fietsen vooral over karresporen, prima te doen met een fiets. De laatste dag verandert dat als we twee kilometer na de Isarursprung geconfronteerd worden met een super steil stuk. Ik denk nog even met domme kracht deze klim te bedwingen, maar moet halverwege afstappen met een hartslag van 200. “Halverwege”, denk ik. Want ik kan kijken tot de bocht en daarna zal het wel afvlakken. Als ik even later wel door de bocht kan kijken, blijkt het nog lang niet halverwege te zijn. We zullen nog een paar keer proberen om de super steile delen te fietsen, maar ook evenveel keren stappen we af. De laatste dagen, gevuld met veel fysieke aktiviteit en niet de beste nachtrust beginnen hun tol te eisen.

Tijdens het wandelen omhoog zegt Charissa een paar keer dat dit zo steil is dat ze het nooit naar beneden durft te fietsen. De volgende dag regent het een klein beetje. Na het afzien van het omhoogslepen van de rugzak en fiets gisteren, is het nu tijd van de beloning van het afdalen. Ook Charissa krijgt er lol in en komt met een grote glimlach beneden aan. We kunnen het niet laten om nog een beetje te spelen bij de doorwading onderaan het steile stuk.

Klunkers, Rough Stuff Fellowship, bike & hikes, wat ze gemeen hebben: het doel is niet fietsen, het doel is plezier.

Foto’s

Klik hier om alle foto’s te zien.

Video

Klik hier om Jochem’s film te bekijken.

Petit tour des Écrins

Het is nacht, we zouden al moeten slapen, maar hebben onze kleren nog aan. En we liggen onder ons matje in plaats van erop. Wat is er aan de hand?

We zijn in de Ecrins. De hele week is het al mooi weer. Vandaag zijn we aangekomen bij Lac de la Muzelle waar velen aan het water liggen te genieten van het prachtige weer. Aan het begin van de avond komen er vanuit het dal wolken binnendrijven. “Het gaat nog onweren vanavond.”, Charissa weet het zeker.

Ondertussen halen de herders hun schapen naar beneden. Ze zullen ze wel beneden willen hebben nu er slecht weer komt. We zitten een half uur te kijken hoe het dal zich vult met schapen. Ze komen steeds dichterbij. Tussen de schapen lopen Patou’s, grote waakhonden van de kudde. Ze worden in de kudde geboren en daarom geaccepteerd door de schapen. Als er gevaar dreigt, gaan de Patou’s erop af, blaffend, grommend en bijtend. We tellen er minstens vier.

Bij Lac de la Muzelle staan wel twintig tentjes. De Patou’s zijn deze kampeerders gewend: daar waar de schapen naartoe gaan, inspecteren de Patou’s de tentjes. We zetten een kopje koffie en zien het tafereel zich een paar keer voor ons herhalen. De schapen staan nu nog aan de andere kant van een beekje. Als de koffie op is, spelen drie Patou’s aan de andere kant van de beek. Ze rollen over elkaar heen. Is dit spelen of zijn ze aan het bepalen wie van hun de baas is? We kijken even weg en als we terugkijken staan twee van de Patou’s naast ons. Inspectie. Eéntje snuffelt aan onze tent en kijkt er even naar binnen. De andere snuffelt een beetje aan ons.

Het is mooi en spannend tegelijk. Mooi omdat je normaal nooit zo dicht in de buurt van deze machtige honden kunt komen. Spannend omdat we al eens per ongeluk in het midden van een kudde schapen terecht zijn gekomen. Toen kwamen twee Patou’s op ons afgerend, luid blaffend. Ze lieten al hun witte tanden zien. We wisten niet hoe snel we rechtsomkeerd moesten maken. De rest van die tocht zijn we met een grote boog om alle schapenkuddes gelopen. Ook als we die dag daarom langer moesten lopen. Mooi om een keer zo dicht bij Patou’s in de buurt te komen zonder dat ze aggressief zijn.

We hebben de afgelopen jaren aan verschillende herders gevraagd of het een probleem is als je met een tentje bivakkeert en er komt een kudde schapen aan. Allemaal zeggen ze hetzelfde. Schapen en Patou’s denken zoals alle andere dieren: als je er bent voordat zij er komen, dan ben je onderdeel van het landschap. Dat is geen probleem. Als je aan komt lopen als zij er al zijn, dan ben je een indringer. Deze ervaring bevestigt dit.

Ondertussen gaat de zon langzaam onder en drijven de wolken steeds meer onze kant op. Net als we willen gaan slapen, begint het te regenen. Dan bliksem. Het regent harder. Het geluid zwelt nu wel aan tot een oorverdovend geraas. We knippen een lampje aan. Dit is geen regen meer, dit is hagel. Het onweer komt steeds dichterbij en de hagelstenen worden steeds groter. Tweehonderd meter verderop ligt een berghut, mocht het nodig zijn dan kunnen we daar altijd terecht. We vertrouwen dit weer niet en maken ons klaar om weg te gaan. Slaapzak in de rugzak, kleren aan. Als we wat tegen elkaar willen zeggen, moeten we roepen, zoveel geluid maakt de hagel op het tentdoek. De hagelstenen hebben inmiddels een doorsnede van 3 cm. Ze laten onze tarp bewegen alsof we onder een trampoline liggen. Charissa komt per ongeluk te dicht bij het tentdoek en wordt geraakt door zo’n grote hagelsteen. Dat wordt een blauwe plek. Onder onze matjes is het veiliger, mocht het doek scheuren, dan krijgen we deze knikkers tenminste niet meteen tegen ons hoofd.

Gelukkig duurt het niet lang. Als we na de bui buiten gaan kijken, staan we in een witte wereld. Het beekje waar we langs staan is breder en wilder geworden. Bij bijna alle tentjes is een lampje aan nu.

De rest van de nacht is rustig. We slapen heerlijk en de volgende dag is het weer stralend blauw. Dit was weer eens een nacht in de bergen om nooit te vergeten. Of zoals Alastair Humphreys schreef: “A night spent under the stars is unlikely to offer the best sleep of the year, but it is refreshing and restorative in other ways that make up for it. If you simply want to sleep, stay inside. But if you are searching for magic and memories then grab your sleeping bag and head for the hills.”

Praktisch

De ‘inspiratie’ voor deze tocht komt van een verslag van Yanick.

Deze route loopt voornamelijk over de GR54. Omdat de etappes relatief kort zijn, hebben we nog wat uitstapjes gemaakt. Het is gemakkelijk om dezelfde dag nog naar een top, een col of een ander hoog punt te lopen voor een mooi uitzicht. Tips: Tête de la Rame, Col de Côte Belle, Pierre Percée tot de Glacier de la Muzelle.

Dit deel van de Ecrins is een ruig gebied met goed onderhouden paden. Je gaat hier zeker gemzen, steenbokken en gieren zien!

Foto’s

Klik hier om alle foto’s te zien.

Bibliografie

Wandelkaart 355 Écrins, Haut-Dauphiné, 1 : 50 000, édition Didier Richard uit 1994.

Also ist der Lieserpfad der schönste Wanderweg der Welt.

Aldus een veel geciteerde uitspraak van Manuel Andrack (journalist en tv-persoonlijkheid). Zijn logica gaat als volgt: Het Lieserpfad is de mooiste wandelroute in de Eifel -> De Eifel is het mooiste deel van Duitsland -> Duitsland is het beste wandelland van de wereld -> Dus is het Lieserpfad de mooiste wandelweg van de wereld. Het klinkt als wiskundige logica, maar het is slechts een opeenstapeling van meningen.

Een mooie wandelroute is het zeker. Soms lopen we naast de Lieser, dan weer stijgen we er hoog boven uit. Bospaden worden afgewisseld met smalle wandelpaadjes. ’s Ochtends ligt er rijp, er hangen ijspegels.
We besluiten op het laatste moment om deze route te wandelen in één van de drukste tijden van het jaar: tussen kerst en oud-en-nieuw, precies wanneer iedereen vakantie heeft. Toch geen slechte gok want onderweg kwamen we geen andere rugzaktoeristen tegen. Waarschijnlijk helpt het ook dat iedereen dezelfde richting op loopt, bergaf.

Die Landschaft erobert man mit den Schuhsohlen, nicht mit den Autoreifen.
– Georges Duhamel

Als we bij Daun de bossen in lopen, zien we meteen weer ijshaar. Dat was toch zeldzaam? Alleen te zien als er een schimmel aanwezig is op het loofhout en de temperatuur precies goed is? De hele dag door zien we ijshaar. De volgende dag weer. We beginnen te twijfelen aan de zeldzaamheid. De vorige keer dat we het zagen waren we in België, daarvoor hadden we het nog nooit gezien. Waarom niet? Hebben we eerder nooit goed opgelet? Nu lijkt het overvloedig aanwezig…
Tot de derde dag. Dan is het ineens weg. Geen idee waarom, het is nog steeds nèt onder het vriespunt en overal zijn loofbomen. IJsharen lijken dus toch zeldzamer dan we dachten.

De vraag is nog steeds onbeantwoord, is dit echt de mooiste wandelroute ter wereld?
In één van de VVV folders die ik onderweg zie, lees ik het volgende citaat: “Die Landschaft erobert man mit den Schuhsohlen, nicht mit den Autoreifen” – Georges Duhamel*. Dit citaat lijkt beter te passen bij het Lieserpfad. Probeer niet om de “mooiste wandelroute” te vinden, iedereen heeft recht op zijn eigen mening. Maar in plaats van dit gebied binnen een kwartier voorbij te vliegen op de Autobahn kun je er veel beter 3 dagen rustig doorheen wandelen, genietend van alle moois.

Foto’s

Klik hier om alle foto’s te zien.

*) Een geciteerd citaat, ik weet het. Een Duitstalig citaat van een Franse schrijver.

Indian summer op de Mainzer Höhenweg

Zes dagen hebben mijn broer en ik de tijd om te gaan wandelen in het Oostenrijkse Pitztal. De Mainzer höhenweg staat op de bucketlist. Dit is een hoogalpiene tour die loopt van de Rüsselsheimerhütte naar de Braunschweigerhütte. Je volgt hierbij de graat en passeert drie kleine gletsjers en meerdere drieduizenders. Er zijn veel passages met kabels, de route is soms luchtig en van een wandelpad is nauwelijks sprake. Ongeveer halverwege vind je het prachtig gelegen oranje Rheinland-Pfalz bivak op 3247m hoogte. Hierna vervolg je de route over de graat -met uitzicht op de Wildspitze- naar de Braunschweigerhütte. Bij normale omstandigheden staat er voor dit deel 10-12 wandeluren.

Parkeerplaats voor wandelaars bij Mandarfen in het Pitztal.

Het weekend ervoor is een flinke depressie over het gebied getrokken en er is een pak sneeuw gevallen, het hele Pitztal is wit. Ons vertrek uit Nederland staat gepland op donderdag, op dinsdag blazen we de plannen zowat af: de weersvoorspelling ziet er goed uit maar er ligt nog zó veel sneeuw. Op woensdagavond beslissen we definitief. We bellen met alle hutten in de buurt en ze geven nogal wisselende adviezen. De sublieme weersvoorspelling doet ons beslissen dat we deze kans niet willen mislopen. Als we geluk hebben wordt het perfect….

Op het zonneterras van de Riffelseehütte.

Op de Cottbuser Höhenweg.

Blik op de Watze (3532m) vanaf de Cottbuser Höhenweg.

Als inlooptocht slapen we eerst in de Rifflseehütte, de volgende dag lopen we via de leuke maar gemakkelijke Cottbuser Höhenweg naar onze auto in het dal. Het is prachtig weer, warm zelfs! We wisselen wat spullen die in de auto liggen en lopen vlug door om op tijd te zijn voor het avondeten in de Rüsselsheimerhütte. De dag erna willen we de Hohe Geige (3393m) beklimmen via de westgraat en afdalen via de normaalroute. Het weer blijft ongelooflijk goed en de westgraat is ge-wel-dig mooi en een uitdaging: grote blokken, hele luchtige passages, sneeuw, via-ferrata-stukken en een superuitzicht op de top.

Westgraat Hohe Geige.

Topgraat Hohe Geige.

Hohe Geige (3393m).

Slapen doen we weer in dezelfde hut, zo kunnen we wat wennen.

Op zondag is het tijd voor de Mainzer Höhenweg. De huttenwaard geeft groen licht wat betreft de sneeuw/routemarkering en het weer. Weinig volk boven vermoedt hij. En gelijk krijgt hij….
De condities zijn ideaal voor ons: de (overigens vele) markeringen zijn goed te zien en er ligt nog veel (verijsde) sneeuw. We zijn erop voorzien dmv pickel en stijgijzers. Het geeft ons de perfecte uitdaging in de toch al interessante route.

Mainzer Höhenweg.

Eén van de kleine gletsjers op de Mainzer Höhenweg.

Laatste stuk naar het oranje Rheinland-pfalz bivak (3252m), heel klein te zien op de foto.

We komen helemaal niemand tegen, zelfs niet in het Rheinland-Pfalz bivak waar we (gepland) overnachten. Eindelijk slapen we -in alle stilte- aan één stuk door. In de zon genieten we van het 360 graden uitzicht.  ’s Avonds worden we getrakteerd op een mooie zonsondergang en in de ochtend staan we vroeg op om ook de zonsopgang te zien.

Rheinland-pfalz bivak (3252m), uitzicht op de Wildspitze (3774m) links van het midden op de foto.

De rest van de dag klauteren we het tweede deel van de graat af en via de Frans Auer Steig bereiken we de Braunschweigerhütte.

Terugblik naar de Wassertalkogel en links ervan het Rheinland-pfalz bivak.

Hier slapen we, de volgende ochtend dalen we de 1000 meters af naar het dal en springen zo de bus in terug naar de auto. Met een grote glimlach rijden we diezelfde dag terug naar Nederland. Deze trip klopte en lukte alles!

Foto’s

Klik hier om alle foto’s te bekijken.

Video

Geschreven door Charissa

Malerweg in de Sächsische Schweiz

De keuze voor deze route was een niet al te moeilijke. We waren al in de regio en bij het zien van wat foto’s op internet waren we snel overtuigd. Het enige wat ons wat zorgen baarde was de eventuele drukte. Thuis kochten we een routekaartje en dat was de voorbereiding wel.

Het moment dat we richting het nationale park Sächsische Schweiz rijden breekt de zon door en deze zal blijven schijnen tot we weer thuis zijn. Werkelijk prachtig weer hebben we deze week. We parkeren de auto bij het startpunt in Liebethal, hier is een “wandelaarsparkeerplaats”. De route is erg afwisselend. We lopen door bossen, weilanden, kloven, langs beekjes en via uitzichtpunten. Er zijn velen traptredes, doorgangen en laddertjes. Er zijn onverharde wegen maar ook smallere wandelpaadjes. De hoogte speelt natuurlijk geen rol, maar je wandelt door de dag heen toch wel wat meters op en af.

De route doet een aantal toeristische trekpleisters aan zoals de Basteirotsen en Basteibrug, de Kuhstall en de vesting Königstein. Ook een uitstapje naar de Prebischtor net over de grens in Tsjechie is mogelijk. Dit zijn dan ook de plaatsen die het drukst zijn, mooie bezienswaardigheden in combinatie met horeca.

Wanneer we bij het gesloten pension Hocksteinschänke om water willen vragen biedt de vrouw des huizes ons een kamer voor de nacht aan. Avondeten heeft ze niet voor ons, maar een paar weizenbier wel, lekker! De twee volgende nachten vertoeven we op een camping. De eerste nacht op camping Ostrauer Mühle bij Altendorf en de andere nacht, iets van de route af, op de aardige camping Thorwaldblick bij Hinterhermsdorf. Bij km 80 denken we wel te kunnen eten en overnachten in pension Liethenmühle. Geen plaats, zegt de eigenaar, en alles in de buurt is ook vol in verband met het aankomend Paasweekend. Wanneer we afdruipen komt hij ons achterna en zegt toch nog een kamer vrij te hebben. Mooi! De laatste nacht slapen we bij het dorpje Weissig aan de Elbweg, op een superlelijke ‘camping’ met alleen maar grote campers.

De route is met momenten druk, er waren een paar dagen dat er weinig volk op de been was. De drukte zal te maken hebben met de populariteit van de bezienswaardigheden in de route. Ook het prachtige weer en het gegeven dat een deel van Duitsland al vakantie had speelde een rol. De route wordt door ‘de officiele instanties’ niet geadviseerd te lopen bij winterse omstandigheden, maar ik vermoed dat dit juist een mooie en rustige tocht zal opleveren.

De officiele route-indeling is acht dagen met een dagrugzak. Wij liepen met volle bepakking een kleine zes dagen tot in Pötzscha, en dat waren geen overvolle dagen. Van Pötzscha tot Pirna leek ons wat saai dus we hebben daar de trein genomen naar Pirna. In Pirna bleek een bus te rijden naar het startpunt Liebethal. Openbaar vervoer is volop aanwezig, ergens anders beginnen of eindigen vergt niet veel planning. Wildkamperen is verboden, speciaal in het Nationaal Park Sächsische Schweiz. Wij hebben dit ook niet gedaan. Er zijn voldoende mogelijkheden om te overnachten en eten. Een beetje planning is hierbij wel handig. Het eten voor zes dagen hadden we zelf bij, noodzakelijk is dit niet. Er zijn best veel mogelijkheden onderweg, maar zin om daar naar te moeten zoeken hadden wij niet. Het gebied is absoluut prachtig en meer dan de moeite waard. Als je drukte een probleem vindt is het van belang dat je daar in je planning rekening mee houdt.

Foto’s

Klik hier om alle foto’s te zien

Bibliografie

Wanderkarte Leporello Malerweg Elbsandsteingebirge 1:25000

Tussen Lesse en Lomme

Na de luie kerstdagen is het tijd om de benen te strekken en iets aktiefs te gaan doen. Op de website van trekkings.be hebben we gelezen dat in augustus 2018 een nieuwe lange-afstands-wandeling geopend is. Een driedaagse wandeling met onderweg bivakzones om te overnachten.

De route is een ronde rondom het plaatsje Libin en loopt voornamelijk door de bossen. Normaal houden we niet erg van wandelen in het bos: je kunt niet ver kijken en het wordt snel eentonig. Deze route was verre van eentonig: er zijn veel heuvels en het bos is erg afwisselend. Onderweg komen we langs een ijzersmelterij uit de Middeleeuwen.

Het is prachtig weer: droog en rond het vriespunt. Als de zon uitkomt, vult het bos zich met wolkenstralen, ook wel jakobsladders genoemd. De hele dag zijn ze te zien,  wat prachtige plaatjes oplevert.

We zien ook veel ijshaar. Een zeldzaam verschijnsel omdat de condities precies goed moeten zijn: temperatuur net onder het vriespunt en bepaalde schimmels moeten aanwezig zijn in dood en nat kernhout van loofbomen. De condities zijn precies goed, want we zien er veel van onderweg.

De route meandert tussen de dorpjes die hier liggen, onderweg zien we nauwelijks iemand. Aan de ene kant zorgt dat voor precies de sfeer die de makers van de route voor ogen hadden: een tocht voor trekkers die volledig op eigen kracht onderweg willen zijn. Aan de andere kant is het misschien zonde, het waren prachtige dagen waar meer mensen van hadden kunnen genieten.

Eén praktisch punt van aandacht: Volgens de beschrijving is deze route een aanrader in het najaar: mooie kleuren en er is veel wild te zien. Let wel goed op de jacht! Officieel is de route gesloten tijdens de jachtperiode (1 oktober – 31 december) Toen wij er liepen was een heel stuk rondom het dorp Lesse afgesloten in verband met drijfjacht, inclusief de bivakzone die zich daar bevindt.

Foto’s

Klik hier om alle foto’s te zien.

Bibliografie

Beschrijving op trekkings.be

Carte topographique IGN 59: Saint-Hubert, 1 : 50 000
Carte topographique IGN 64: Bertrix, 1 : 50 000

Een speciale herinnering, de Berliner Höhenweg

Nooit eerder waren we met z’n tweeën op een meerdaagse wandeltocht onderweg. Het leek me een goed idee om cadeau te geven voor zijn zeventigste verjaardag. Mijn vader is fysiek en conditioneel aardig wat jaren jonger dan in zijn paspoort staat gestempeld en omdat hij zowat zijn hele leven al in de bergen wandelt en klimt voorzag ik geen problemen om samen een tocht te ondernemen.

Mijn pa op een Alpentop in de jaren 70.

De bestemming stond open en mijn vader koos een zevendaagse huttentocht, in het Zillertal. Voor hem een gebied met veel mooie herinneringen. Ontelbare keren gingen we -lang geleden- op zomervakantie in deze regio. We maakten er met het gezin talloze wandeltochten en mijn pa beklom toppen met familieleden of vrienden. Mijn herinneringen van toen gaan niet veel verder dan het vangen van kikkervisjes op de camping en de geur van de houtzagerij bij de camping van Mayrhofen. De basis van mijn voorliefde voor het bergwandelen is echter gelegd… In meerdere opzichten zou dit voor ons beiden dus een speciale tocht worden.

Mijn pa bij de Berliner Hütte in de jaren 70.

Berliner Hütte 2018.

De Berliner Höhenweg is een hoogalpiene route met een aantal stevige pasovergangen waar ook in de zomer nog sneeuw kan liggen. Deze winter was sneeuwrijk en het wandelseizoen is nog maar nauwelijks begonnen. We pakken daarom een pickel en stijgijzers in, en stiekem gooi ik ook een paar schlinges en karabiners in mijn rugzak. Er zitten steile passages bij en het zou jammer zijn als we een pas niet overkomen door een gebrek aan materiaal…

Na een lange autorit stoempen we ’s avonds de eerste 1000 hoogtemeters omhoog tot de Gamshütte. Niet helemaal fris maar met prachtig weer en uitzichten volgen we de dag erna het negen uur lange hoogtepad tot aan het Friesenberghaus.

Uitzicht naar Hornspitze, Waxeggkees, Hornkees.

Op het pad van Gamshütte naar Friesenberghaus.

Friesenberghaus 2498 m.

De volgende dag is gemakkelijk en bereiken we via de Schlegeisspeicher de Furtschlaglhaus. De huttenwaardin raadt ons de oversteek via de Schönbichlerhorn naar de Berliner Hütte af omwille van de sneeuw. Na een praatje met haar man blijkt dat met pickel en stijgijzers en voldoende ervaring de oversteek wel doenbaar is. Mooi, dan gaan we eens zien.

De andere gasten in de hut zijn twee Belgen en nog twee Nederlanders. Zij blijken de hoge oversteek naar de Berliner Hütte niet te maken en kiezen ervoor af te dalen en met de bus en via een wandeling door een ander dal weer bij de Berliner Hüttte uit te komen. Even stijgen we ’s morgens in de mist, maar al snel lopen we boven de wolken wat een prachtig zicht geeft.

Furtschlaglhaus nog in de wolken, op weg naar Schönbichlerhorn.

Steile laatste meters naar de top.

Na enkele steile sneeuwvelden en een kort stuk klauteren over de rotsen bereiken we ons hoogste punt, de Schönbichlerhorn.

Schönbichlerhorn 3134 m.

De afdaling valt mee qua sneeuw en zonder problemen bereiken we na een lange afdaling de Berliner Hütte.

Afdaling, eerst een klettersteig en later over de kam.

Terugblik op de Schönbichlerhorn en de kamafdaling.

Met prachtig weer vertrekken we de volgende dag naar de Mörchenscharte. Hoe hoger we komen des te meer sneeuwvelden tot we continue over de sneeuw gaan. Eens we een blik werpen over de besneeuwde rand van de scharte is het toch eens slikken. Volledig besneeuwd tot zover we kijken kunnen en steil, heel steil! Hier komen de schlinges toch nog van pas. Zonder uitrusting zijn deze omstandigheden voor ons een ‘no-go’. Nu stappen we voorzichtig de diepte in, een fout kan hier slecht aflopen. We vrezen wat voor de twee Nederlanders die vertelden weinig ervaring te hebben en geen uitrusting. Omdat ze de eerste pas al hadden overgeslagen wilden ze nu wel heel graag deze overschrijding doen. Later vertellen ze dat ze beiden zijn uitgegleden in de steile sneeuw maar geluk hebben gehad…

Bij de Schwarzsee.


Op weg naar de Mörchenscharte.

Steile afdaling in de Mörchenscharte.

De volgende dag wacht ons een korte etappe. Dat valt nogal tegen omdat we tientallen met sneeuw bedekte steile geulen mogen oversteken. Bij een van die geulen blijkt de zijkant niet meer bestand tegen ons gewicht, de hele rand breekt af. Niks bezeerd gelukkig. Ook het psychologisch effect speelt vandaag een rol want we zien de hut uren tevoren al liggen vanaf de start van het ronden van het grote keteldal.

Begin van het lange komdal naar de Kasseler Hütte.

Even schrikken wanneer we dit sneeuwveld opstappen en de hele rand afbreekt.

Nog veel sneeuw in sommige geulen die we moeten oversteken.

Hetzelfde sneeuwveld.

Helaas is het goede weer de volgende morgen voorbij: de hele dag regen, mist en sneeuwval. Ons wacht vandaag de Siebenschneidensteig: over zeven bergruggen naar de Edelhütte. Het vergt wat van de balans om zonder uitglijden over de natte blokkenvelden te komen. De bergruggen bevatten her en der klauterwerk. Niet moeilijk, wel leuk.

Siebenschneidensteig ook wel de Aschaffenburger Höhenweg genoemd. Een leuke maar lange dag.

Siebenschneidensteig.

Geregeld wat klauterwerk.

Het weer is blijkbaar niet uitnodigend want we zien niemand vandaag. ‘Het venijn zit hem in de staart’ is de uitdrukking, en dat geldt zeker voor vandaag en misschien wel voor de hele tocht. De regen is overgegaan in sneeuw en steeds voorzichtiger lopen we over het slechter wordende paadje richting Popbergschneide.

Sneeuw, de route wordt steeds slechter zichtbaar en glad.

Erosie heeft het pad op veel plaatsen doen wegspoelen. De grasflanken die we traverseren zijn spiegelglad en steil, de route nauwelijks zichtbaar door sneeuw en mist. Uitglijden is hier geen optie. We voelen ons niet veilig met enkel de wandelstokken en door de pickel in de besneeuwde flank te rammen gaan we trager, maar zeker vooruit. Op de laatste bergrug aangekomen zien we eindelijk ons eindpunt beneden liggen, de Edelhütte. Nog een half uurtje gemakkelijk dalen en we kunnen gaan genieten van onze laatste avond in de bergen.

Geen gemakkelijke route maar wel een die de moeite waard was. Er zit uitdaging en afwisseling in en je hebt prachtige uitzichten. Met het weer hadden we wat geluk. De sneeuw die er nog lag was verwacht en gaf ons de juiste uitdaging. Een mooie, nieuwe herinnering…

We zijn er bijna, nu alleen nog een stukje afdalen naar de Edelhütte.

De Edelhütte in de diepte zichtbaar.

Foto’s

Klik hier om alle foto’s te zien.

Praktisch

Heen- en terugreis deden wij met de auto. Het wandelstartpunt kan je zelf bepalen, wij liepen eerst naar de Gamshütte maar andersom kan evengoed. De auto parkeerden wij in de garage van de Penkenbaan, wat niet erg goedkoop is maar wel relatief veilig. Hier vind je nog andere parkeermogelijkheden. Wij sliepen in de hutten welke we thuis gereserveerd hadden. Wanneer je in het seizoen wandelt kan je dit ook laten doen. Bivakeren in het gebied is verboden. Wij liepen de route van 19 t/m 26 juni en er lag nog veel sneeuw. Wij hadden elk een pickel en stijgijzers bij die we vaak hebben gebruikt en ook noodzakelijk vonden. Zonder hadden we de oversteek van de Mörchenscharte dalwaarts naar de Greizer Hütte niet gemaakt. Een variant op stijgijzers zoals grödeln had eventueel ook gekunnen. Later in het seizoen als de sneeuw gesmolten is heb je geen uitrusting nodig. De route is enkel geschikt voor ervaren bergwandelaars, als beginner heb je op deze route niets te zoeken. In de Gamshütte, Friesenberghaus, Furtschlaglhaus en Edelhütte waren nauwelijks gasten, de andere hutten waren al wat drukker. Verwacht topdrukte in het hoogseizoen, wil je dit vermijden ga dan als de hutten net openen of bijna sluiten. Reserveren in het hoogseizoen is noodzakelijk.

Geschreven door Charissa

Thru-hike Pyreneeën: Materiaalkeuze

Na verschillende eerdere bezoeken aan dit prachtige berggebied liep ik met Fred in de zomer van 2017 door het gehele gebergte, van de oceaan in het westen tot de Middellandse zee in het oosten. Om veel autonoom onderweg te kunnen zijn kozen we ervoor om -verdeeld over meerdere depots- in totaal voor 34 dagen aan eten mee te nemen in de rugzak. De rest vulden we aan vanuit berghutten en dorpjes. Omdat door al dit eten het rugzakgewicht aardig toeneemt was het van belang het gewicht van de overige kampeermaterialen laag te houden. De uiteindelijke paklijst is een persoonlijke keuze, een compromis van comfort, veiligheid en gewicht. In deze post lees je onze ervaringen wat betreft een deel van de materiaalkeuze. Wat hierbij vooral de aandacht krijgt zijn materialen die we niet eerder gebruikten en/of zelfgemaakt zijn. De volledige paklijst is ook zichtbaar: Paklijst HRP 2017

Pla de Barbet nabij Canigou.

Dragen

  • Zelfgemaakte foampad voor Exped rugzak: Ik gebruikte de Exped lightning 60 welke gestript was door zo veel mogelijk overbodige bandjes te verwijderen. Omdat ik eerder soms pijn in de rug had van het T-stuk van het draagstel heb ik een foampad geknipt met eromheen een ademende stof. Deze heb ik vastgemaakt aan het T-stuk zodat mijn rug ertegen steunt bij het dragen. Met deze constructie heb ik helemaal geen pijn meer gehad. Het werkte perfect en blijft voor de toekomst in gebruik.
  • Zelfgemaakte silnylon drybag: Om gewicht te besparen lieten we de Ortlieb drybags thuis en maakte ik twee silnylon drybags die per zak 95 gram lichter waren dan de originele Ortlieb drybag. Dit heeft prima gefunctioneerd. Hierbij moet gezegd dat we geen langdurige regen hebben gehad. Conclusie: een lager gewicht met voor de omstandigheden voldoende functionaliteit ten opzichte van de eerder gebruikte zwaardere Ortlieb 70L drybag.

Slapen

  • Slaapzak Yet (comforttemperatuur 0 graden): We hebben vier nachten geslapen met vorst tot -5 graden en meerdere nachten met de temperatuur rond de 0 graden. Bij deze temperaturen hebben we geregeld thermokleding gedragen. Fred droeg soms ook nog een donsjas doordat zijn slaapzak donsklonten had gekregen waarbij flink wat lege spots ontstonden. We zijn beiden normale tot koude slapers. Deze slaapzak was een goede keuze qua temperatuurbereik.
  • Slaapmat Sea to summit ultralight insulated: Deze waren nieuw gekocht en ongebruikt voor vertrek, met een R-waarde van 3.3. De mat was erg comfortabel en meer dan warm genoeg. Of de mat ook zo comfortabel is als zijslaper weet ik niet want we zijn beiden buikslapers. Eénmaal hebben we een lek gehad welke goed te repareren was en erna hebben we geen problemen meer gehad. Erg handig is dat de mat bij leeglaten meteen leeg is en in eén keer goed op te rollen is. Pakvolume is ook ruim acceptabel.
  • Zelfgemaakte bivakzakken: Omdat we op pad gingen met een tarp dachten we behoefte te hebben aan een bivakzak. We kozen ervoor een lichte versie te maken van Tyvek soft 1443R. Na een eerdere zelfgemaakte Tyvek bivakzak nu de keuze voor een 1 mtr-rits voor handigere in- en uitstap. De bivakzakken waren fijn om de slaapzak schoon en droog te houden. Ademt goed. Bij regenplasjes onder de mat na een hoosbui wordt de zak van binnen -zoals te verwachten- vochtig. Een inscheuring van 2 cm is ontstaan in de kap van een bivakzak. Is afgeplakt met sporttape. De witte kleur maakt de stof snel vies maar een kleurkeuze voor deze stof was er niet. De bivakzak met de ruwe stof aan de buitenkant zat snel vol met gras, zand, vlekjes etc. Degene met de gladde kant buiten had dit veel minder. Het effect van glijden leek gelijk: ofwel je glijdt als persoon in de slaapzak, ofwel de bivakzak zelf glijdt weg over de grond. Van belang ervoor te zorgen dus dat de ondergrond niet te schuin is zodat je dit voorkomt.
  • Tarp Trailstar silnylon: Ook deze was nieuw gekocht voor vertrek en ongebruikt. Voor twee personen ruimte genoeg, de rugzak en losse spullen kun je naast je kwijt. We hebben veel wind en windstoten geincasseerd waar de tarp goed tegenkon. Je moet wel afhankelijk van de weersomstandigheden de keuze maken op welke manier je de tarp opzet, bijv hoog of laag. Thuis zijn de naden geseald met Silnet van Mcnett. Bij de eerste regen zijn er wat druppels via de bovenpunt binnengelopen en hebben we overwogen dit nogmaals af te dichten, maar na latere regen is alles drooggebleven en hebben we het zo gelaten. Bijgekochte MSR groundhogs waren een goede keus om de tarp stevig te kunnen vastzetten. Een paar nachten zijn we wakker gehouden door muggen. We hadden geen innernet of muggengaas los of in de bivakzak maar in het hooggebergte is dit normaal ook niet nodig.

Val de Ordesa.

In de bivakzak onder de Trailstar.

Kleding en schoenen

  • Gemaakte kledingkeuzes: Waren voor beiden goed. Er zijn een aantal zaken die niet noodzakelijk waren maar voor het comfort zijn meegegaan zoals: slippers/five fingers, derde paar sokken, plastiek zakken. De zakken zijn een paar maal gebruikt om bij natte schoenen droge sokken te kunnen dragen ’s avonds. Alle materaal is gebruikt behalve de wegwerp-waterdichte handschoenen alhoewel we die op een middag beter wel hadden aangetrokken.
  • Regenbroek The North Face Storm Stow: Goed waterdicht en een laag gewicht (ongeveer 120 gram). Kwetsbaar materiaal (daarom een laag gewicht) en niet robuust maar geen lek in gekomen deze tocht. Heeft een klittenbandsluiting aan de onderkant om met schoenen aan in de broek te kunnen. Dit is geen probleem met lage schoenen maar bij schoenen met een hoge schacht schiet de elastiek met klittenband al snel van de schoen af wat irritant was. Voor mensen met bovengemiddeld lange benen is deze regenbroek minder geschikt omdat de broekspijpen dan wellicht te kort zijn.
  • Trailrunschoenen La Sportiva Mutant:
    • Comfortabel: geen enkele blaar, enkele geschuurde huidplekken (teen, onderkant voet) waarschijnlijk door een combinatie van wrijving/warmte/vocht. Afgeplakt en snel genezen. Dit was aan het einde van de tocht. Goede hielsteun en voldoende ruimte bij de tenen. Geen last gehad van steentjes en zand in de schoenen, dit zonder gaiters.
    • Duurzaam: het mesh bij de kleine teen (waar de voet vouwt) is thuis verstevigd met seamgrip. Dit heeft zich goed gehouden. Echter is naast de versteviging al vrij snel een scheurtje ontstaan in het mesh, dit van beide schoenen. De scheur is gelukkig niet verder gegaan. De binnenstof van het gescheurde mesh is intact gebleven en dus geen last gehad van extra zand of steentjes welke via de mesh in de schoen komt. Na 700km scheurde aan een schoen het mesh aan de grote-teen-kant. Een veterlus brak na 700km en op de laatste ochtend brak ook de veterlus aan de andere schoen. De zool is heel evenredig afgesleten en er is nog steeds wat profiel over na de hele trip, al is het op sommige plekken minimaal.
    • Grip: de zool heeft vrij aggressive noppen waarbij je goede grip hebt op natte ondergrond en modder. Plakkerige modder laat snel weer los zodat je met een relatief schone zool verder loopt. Het gebruikte rubber van de zool heeft ook goede grip op rotsen en droge ondergrond. Met afdalen merkte ik dat ik vaak iets behoudener liep dan met een zwaardere bergschoen wat ik eerder wijt aan de mindere bescherming van de schoen aan de bovenkant dan aan de grip van de zool. De gevolgen van het stoten aan een steen of een kleine schuiver zijn nu eenmaal groter met een trailrunschoen dan met een logge bergschoen.

Al met al ben ik heel tevreden over deze schoenen tijdens deze tocht en zou ik een volgende keer opnieuw overwegen ze te dragen.

La Sportiva Mutant trailrunners.

  • Salomon XA pro 3D mid GTX: Voor vertrek hebben we de Meindl Islands bekeken en met onze Hollandse zuinigheid geoordeeld dat we de goed gebruikte zool wel af kunnen lopen de komende maanden. Deze schoenen bevielen altijd goed en na deze tocht komen wel weer nieuwe schoenen.
    Onderweg komt Fred terug op deze keuze wanneer de vele plakkerige klei en modder in het profiel blijft steken alsof het er nooit meer uit wil. Glijpartijen en onzekere stappen zijn het gevolg. Bij de eerstvolgende stop in Gavarnie kopen we -veel te dure- Salomon mids met GoreTex. Zonder GoreTex hadden ze niet.
    Het is een risico om onderweg gloednieuwe schoenen te kopen, maar we hadden geluk. Hier is het oordeel:

     

    • Het grootste verschil in positieve zin is het gewicht. Zoveel lichter aan de voeten wat echt minder vermoeiend is. Gevoelsmatig loop je er sneller mee.
    • Deze schoen heeft prima grip, minstens te vergelijken met de Meindl’s.
    • Een nadeel is dat de zolen na de trip behoorlijk afgesleten waren. Dit is dus gebeurd in de afstand tussen Gavarnie en Banyuls. Wellicht echter vergelijkbaar met (andere) trailrunschoenen?
    • De prijs was erg hoog, waarschijnlijk deels te wijten aan de aanschaflokatie.
    • Geen enkele blaar of andere huidirritatie ervaren. Ermee weggelopen en ze zaten meteen comfortabel!

    Ondanks de prijs en de slijtage erg enthousiast geworden van dit soort schoenen, een model tussen trailrunners en hoge bergschoenen in. Voor komende trips zal er weer een dergelijke schoen gezocht worden.

    Hygiëne en EHBO

  • EHBO: Een EHBO set is een heel persoonlijke keuze en nog meer afhankelijk van het gebied waar je verblijft. Onze set is gekozen op basis van de meest voorkomende ongelukken zoals schaafwonden, pijn, diarree en allergische reacties. Het schaartje is gebruikt en wat blarenpleisters geplakt tegen geirriteerde huid. De sporttape is geplakt voor wat preventie op de voeten en voor reparaties elders.
  • Voetencrême Gewohl: Nooit eerder gebruikt. Werkte goed tegen zweetgeur en ook tegen een weke huid van de voeten. Wat ik een nadeel vond was dat je het gevoel had dat je wat ging schuiven in je schoenen door de zalf. Hierdoor heb ik het maar af en toe gebruikt. Ander minpunt is dat de crême duur is, 10 euro per tube. Volgende keer overwegen we NOK crême.

Electronica

  • Luci Solar lampje: ’s Avonds vaak bovenin de punt van de tarp gehangen waarbij we beiden vrij goed licht hadden. Het lampje oogt kwetsbaar maar is niet stuk gegaan. Overdag aan de buitenkant van de rugzak gehangen en was dan in de avond goed opgeladen.
  • E-reader Kobo: Geladen met Joosten gids en leesboeken/artikels. Werkte perfect. Heel goede batterijduur wanneer je de verlichting niet gebruikt. Dagelijks gebruikt.
  • Smartphone met digitale kaarten van Locusmap: We hebben de voor-en nadelen van digitale versus topokaarten tegen elkaar afgewogen. Uiteindelijk kozen we om te lopen met topokaarten. Om toch te proeven van het gebruik van digitale kaarten en dit geen extra gewicht kost, namen we ook de Locusmap kaarten mee op de smartphone. Thuis de HRP-track met varianten erop gezet. Het gebruik van zulke kaarten neemt wat weg van de charme van het navigeren maar toegegeven, het heeft ons een paar keer met mist goed op weg geholpen.
  • Powerbank Varta: Meer dan voldoende capaciteit voor wat we nodig hadden. Gebruikt voor opladen van: telefoon, e-reader en Gopro camera. Het opladen van de fotocamera verliep via 220v.

Sommige kaarten waren nogal gedateerd, maar het lukte nog wel hiermee te navigeren.

Schluchtensteig in het Zwarte Woud

Deze route staat al een paar jaren op de “to-do” lijst, maar kwam er steeds niet van. Er ligt nog veel sneeuw in de hoge bergen, tijd voor een “laagland-route”. Het weer lijkt mee te gaan werken, dus vertrekken we richting het Zwarte Woud. De route is tien jaar geleden ontwikkeld en voert de eerste dagen door meerdere diepe kloven met mooie watervallen en slingerende rotspaden. Daarna volgt de bekendere Schwarzwald-romantiek van boerderijen, bossen, een stuwmeer en uitzichtpunten.

We parkeren de auto in de buurt van het eindpunt van de route, in Wehr-Brennet. Hier rijdt de trein ons tot Lauchringen van waar we met de bus tot aan het startpunt van de route rijden, Stühlingen. In het dorp vinden we een camping waar we slapen voordat we in de ochtend starten met de route.

Met stralend weer lopen we het dorp uit richting de rivier de Wutach en volgen zonder problemen de route-tekens. In de eerste uren treffen we een aantal medewandelaars van de Schluchtensteig. Ze wensen ons “auf-wiedersehen” maar we zullen ze niet meer zien. Zij lopen vaste dagafstanden terwijl wij onze bivakspullen en eten mee op sjouw hebben zodat we kunnen gaan en staan waar we willen. Via de Wutachflühen lopen we richting Blumberg waar aardige uitzichtspunten zijn.

Enorme wolken stuifmeel in de lucht belemmeren ons helaas een blik op de Alpen. Na een onrustige winderige nacht lopen we de tweede dag de Wutachschlucht in.

Het is nog steeds warm en zonnig dus de de bomen geven aangename verkoeling. Het is een prachtig stuk met een afwisselend pad. Je loopt continue naast, hoog boven en soms via een bruggetje over de rivier. Af en toe is er een uitzichtspunt de diepte in.

Na het doorkruisen van de Haslachsschlucht overnachten we op de camping in Lenzkirch. De volgende ochtend komen we wat traag op gang. De route voert westelijk langs de Schluchsee over een breed grindpad.

Door bossen en over mooie alpenweides gaat het verder naar zowat het hoogste stuk van de route, rond de 1150m. Hier vinden we een hele mooie bivakplek. De avondzon die door de naaldbomen prikt, een kerkklok in de verte, verder complete stilte.

We slapen als ossen. Via de Windbergwasserfall arriveren we de volgende ochtend al snel in St. Blasien. De bekende domtoren laten we links liggen en we duiken gauw een café in voor een koffie. Dat doet een mens deugd! Op wat caffeïne zetten we de pas er in om vandaag tot voorbij Todtmoos te komen. Onderweg passeren we de Lehenkopf met mooie uitzichten en een beklimbare toren bovenop.

Ook verderop zijn meerdere punten met aardige vergezichten. In Todtmoos vinden we net voor sluitingstijd de toeristeninformatie waar we 10 euro betalen om te mogen overnachten naast het Wachshaus net voorbij Schwarzenbach. Dit is een hutje wat ’s winters in gebruik is door de lokale hondesledevereniging. Ernaast ligt een grasveld zo vlak als een biljartdoek en een toilet met wastafel en dus drinkwater. Voor die 10 euro ontvang je ook een ticket waarmee je de dag erna vrij mag reizen met het openbaar vervoer. Na een regenachtige nacht hebben we het geluk droog op te kunnen breken. Zonnig wordt het helaas niet meer.  Een paar afwisselende stukken compenseren enigszins de saaiere stukken maar echt interessant wordt het niet meer vandaag. Het druilerige weer helpt ook niet mee.

In Wehr vinden we het officiële eindpunt van de Schluchtensteig. Een route die lovend beschreven wordt in de media en die verwachting wordt waargemaakt. Een mooie, afwisselende, vrij lichte route die de moeite waard is.

Foto’s

Klik hier om alle foto’s te zien

Praktisch

Vanuit Zuid-Nederland is het met de auto een uur of zeven rijden naar het zuiden van het Schwarzwald. Het begin- en eindpunt van de route zijn goed te bereiken met het openbaar vervoer.  Afhankelijk van je voorkeur zet je de auto bij het beginpunt, of juist bij het eindpunt. Ondanks dat meerdere bronnen op internet dit tegenspreken is er voldoende water te vinden onderweg uit natuurlijke stroompjes en beken. Wanneer je dan een waterzuiveringsfilter of -middel meebrengt vind je voldoende drinkwater. We hadden geen waterzuiveringsmiddel bij ons maar ook onderweg zijn er met enige creativiteit voldoende drinkwateropties (kraantje bij kerkhof, bij een eetgelegenheid, vragen bij een huis etc). Overnachten hebben we gedaan op campings en wildgebivakkeerd. We hebben gestaan op de camping bij Stühlingen en Lenzkirch. De laatste nacht stonden we voor 10 euro hier. De route staat beschreven als 6 wandeldagen met dagrugzak. Wij liepen hem eind april in 5 dagen met bivakmateriaal, dit komt neer op ongeveer 25km per dag en dat was prima te doen. De route is uitstekend bewegwijzerd, met de kaart erbij kan je eigenlijk niet verkeerd lopen.

Bibliografie

Wanderkarte Leporello Schluchtensteig 1:25000

Zuidelijke Vogezen met sneeuwschoenen

De laatste dagen van het jaar. Geen sneeuwvlok in de buurt dus zakken we af naar de Vogezen voor een korte wintertocht. Tegen het vallen van de avond hebben we een parkeerplaats gevonden in het dorp St. Maurice Sur Moselle. We stoppen de laatste spullen in de rugzak en even later steken we de hoofdlamp aan want het schemert al flink. In de regen verlaten we het dorp om langzaam te stijgen naar de eerste overnachtingsplek. Gelukkig, de regen verandert in natte sneeuw. De berghut is klein en onbemand en heeft alle luxe die je je als wandelaar wensen kunt. We starten de kachel en vermaken ons moeiteloos in de avond. Zachtjes dwarrelen de sneeuwvlokken de rest van de nacht naar beneden. Het resultaat is een mooi pak verse sneeuw in de ochtend. Hier hadden we op gehoopt!

Refuge du Plain du Canon.

Deze morgen stijgen we langzaam richting Col du Stalon. Na een korte pauze met warme thee banen we ons een weg naar Col du Ballon. Het is wat zoeken door de verse sneeuw,  een spoor is er niet. De zon laat zich niet zien maar erg koud is het niet. Eenmaal aangekomen op de Ballon d’Alsace verandert dat, een ijskoude snijdende wind dwingt ons verder naar beneden. Het is wat zoeken waar we de GR naar het oosten kunnen oppikken, overal dikke corniches. Na wat zoeken vinden we een doorgang. Veel te steil dus de sneeuwschoenen moeten uit en voorzichtig stampen we tredes. Het lukt, nu is het de bordjes van de GR volgen tot refuge la Chaume. Onderweg hebben we prachtig uitzicht op de Alpen. Het is een mooie route en in de schemer komen we aan bij de hut. We delen de ruimte met een local die voor de eerste keer een winterovernachting ervaart in zijn ‘achtertuin’. ’s Nachts houdt hij de kachel aan om zijn zomerslaapzak te compenseren. Al doende leert men…

Uitzicht op de Alpen.

Tête des Charbonniers.

In de ochtend piepen de zonnestralen door de bomen en vervolgen we onze weg naar refuge Haute Bers. Tussen de kerstballen in de koude hut eten we onze lunch. We lopen verder via het skigebied richting Chaume des Neufs Bois. De wind is hier ijzig koud en we zijn blij het bos in te kunnen. De stijgende temperatuur zorgt ondertussen voor natte, zware sneeuw. Het is duidelijk aan het dooien. Als de voorspellingen stand houden zal het helaas niet meer vriezen de komende dagen. Door de ongustige verwachtingen kiezen we ervoor westwaarts te gaan en te slapen in chalet des Crêtes. Niemand daar. Ook geen hout. Sprokkelen met een pak sneeuw valt niet mee dus de kachel blijft minder lang branden dan we zouden willen. Jägermeister en warme slaapzakken houden ons warm en met het geluid van de huilende wind vallen we in een diepe slaap.

Chalet des Crêtes.

In de ochtend bevestigt het geluid van smeltende sneeuw waar we voor vreesden. Het is al laat als we de afdaling naar de auto in St. Maurice inzetten. We hadden nog tijd voor een langere lus, maar soms bepaalt het weer de keuzes…

Foto’s

Klik hier om alle foto’s te bekijken

Bibliografie

IGN kaart nummer 3619OT 1:25000