Baerentrek, zomer 2009.

Zaterdag 20 juni 2009.

Na een lange rit komen we aan in Kandersteg. We blijven hier eerst een nachtje en laten dan het eten voor de laatste 3 dagen achter in een kluisje. Dat hoeven we de eerste paar dagen niet mee te nemen in onze rugzakken. Kandersteg is halverwege de tocht, dus over 5 dagen komen we hier weer langs.

Zondag 21 juni 2009, 1e dag trektocht.

Het was een regenachtige nacht. Ook de binnentent bleef niet droog: met al dat vochtige weer was er veel condens. Deze ochtend hebben we ons eten weggelegd in het kluisje en zijn daarna met de auto naar Meiringen gereden. Daar begint onze trektocht.

De twee campings in Meiringen hebben allebei een erg lange siesta. Eigenlijk wilden we onze auto op een camping parkeren, maar we konden niemand bereiken. Nu staat hij aan het begin van de route op een parkeerplaats bij een privé kliniek.

De tocht van vandaag loopt van Meiringen tot iets verder dan Rosenlaui. We weten nog niet precies waar, het ligt eraan wanneer we uitgelopen zijn of wanneer we een mooie plaats voor onze tent zien.

Nog even onze laatste boterhammen opeten, de auto afsluiten en dan kunnen we gaan beginnen aan de klim naar Rosenlaui. De wolken boven Meiringen voorspellen niet veel goeds voor het weer.

Meiringen.

In het Reichenbachtal, waar de weg naar Rosenlaui doorheen loopt, zijn allemaal beekjes. Er is genoeg hoogteverschil om weer heel veel kleine watervalletjes tegen te komen onderweg. Gelukkig hebben we onderweg wel zicht op de Rosenlaui gletsjer. Al is het weer heel erg wisselvallig.

Er loopt een kleine weg (één auto breed) naar Rosenlaui, deze loopt zelfs helemaal door tot Grindelwald. Bij Rosenlaui is een hotel gebouwd, waar we een bakje koffie hebben gedronken. Ondanks dat je er met de auto kunt komen, is er geen bereik voor mobiele telefoons. We wilden nog een smsje versturen aangezien het vaderdag is vandaag, maar dat lukte dus niet.

Hotel Rosenlaui.

Het vervolg van onze reis loopt naar Grosse Scheidegg, die we soms even kunnen zien. We eten ons avondeten onder het genot van het uitzicht op de Wetterhorn. Hier vinden we ook eindelijk een plekje voor onze tent. We zitten nu ongeveer 100m onder de Grosse Scheidegg.

Maandag 22 juni 2009, 2e dag trektocht.

We dachten dus dat het de hele nacht geregend had. Mis, het had gesneeuwd! Er ligt geen sneeuw op de tent, omdat deze onder wat bomen staat. Rondom de tent is het wel wit geworden vannacht. Tijd voor een lekker ontbijtje in een sfeervolle omgeving.

Ontbijtje.

Alles ingepakt, regenkleding aan en tijd om op weg te gaan naar de Grosse Scheidegg. Er is weinig zicht. Als we later terugkijken zien we dat we met de tent net boven de sneeuwgrens gestaan hebben.

Al vrij snel komen we aan bij de Grosse Scheidegg. Jammergenoeg zit de Grosse Scheidegg in de wolken. Geen uitzicht. Er is ook weinig te doen, dus we lopen door naar het dal van Grindelwald.

Grosse Scheidegg.

We hebben het hoge pad richting Grindelwald genomen: Vanaf de Grosse Scheidegg naar “Ischbodenhitta” en daarna richting Hotel Wetterhorn. Onderweg zagen we Grindelwald al liggen. Het begint ons langzaam op te vallen dat elk stukje groen omheind is. We moeten erg vaak door poortjes of over schrikdraad en komen overal koeien tegen. Als er geen koeien staan, is er wel iemand bezig om schrikdraad neer te zetten. De poortjes die ze maken, zijn natuurlijk niet berekend op 2 wandelaars met grote rugzak en tent. Het past allemaal net niet.

Het laatste stukje van Ischenbodenhitta tot Hotel Wetterhorn is een klein bokkepaadje, waar niet veel gelopen wordt. Het paadje is helemaal dichtgegroeid en een mini lawine had een deel van het pad weggeslagen. Niet lang daarna komen we aan bij Hotel Wetterhorn, Grindelwald, in de stromende regen.

Omdat we niet door Grindelwald zelf willen lopen, zijn we via “Sulz” verder gegaan. Vandaag blijft het aan één stuk door regenen. Onze lunch hebben we daarom onder een overstekend stuk dak van een alm gegeten. Daarna zijn we doorgelopen naar “Halten” en “Marmorbruch”.

Bij Marmorbruch begint de Eigertrail. Eigenlijk wilden we een deel van de Eigertrail doen. Op het bord bij “Marmorbruch” staat het woord “Eigertrail” echter doorgestreept. Er ligt daar een kleine hut/restaurant. Ik ben naar binnen gegaan en heb gevraagd of de Eigertrail al open is. De huttenwaard vertelt me dat we alleen onderlangs kunnen lopen, de Eigertrail zelf is nog niet open.

Via “Tychelegg” en “Brandegg” zijn we naar Alpiglen gelopen. Het laatste deel daarvan is niet interessant: Over een brede verharde weg, een spoorlijn ernaast waarover elk kwartier een trein met toeristen langzaam omhoog rijdt.

De laatste blikken op Grindelwald

Bij Alpiglen zijn we nog een stuk doorgelopen. Tijd om een plekje voor de tent te zoeken. Er is hier alleen geen plek voor een tent. Of je staat bij de hut (wat niet mag), of je staat naast de spoorlijn, of het is niet vlak. Het regent nog steeds, dus besluiten we om terug te keren naar de hut. We hebben daar overnacht.

Dinsdag 23 juni 2009, 3e dag trektocht.

Na een comfortabel nachtje gaan we vandaag verder over de Kleine Scheidegg naar het Lauterbrunnen dal. ’s Ochtends vertrekken we bij de Alpiglenhuette, er is dan lage bewolking waardoor we het dal niet kunnen zien en er is hoge bewolking waardoor we de bergen niet kunnen zien.

Ondanks dat we de Kleine Scheidegg al vanaf de hut kunnen zien liggen, is het een stevige en lange klim er naartoe. Halverwege tussen de Alpiglenhuette en de Kleine Scheidegg is het uitzichtspunt naar de Eigernoordwand. Vanaf dit uitzichtspunt zouden alle bekende beklimmingen van de Eiger te zien moeten zijn. We zijn even gestopt om naar het bord en de flarden berg te kijken. Terwijl we daar staan, horen we een vrachtwagen omhoog rijden. Later zien we dat deze cementwagen bezig is bij de aanleg van een nieuwe kabelbaan.

De Eiger.

We vervolgen onze klim en komen aan bij de Kleine Scheidegg. In ons boekje staat dat de Kleine Scheidegg meer dan de Grosse Scheidegg aangepast is aan het toerisme. Er was al vroeg een treinverbinding aangelegd naar de Kleine Scheidegg, waardoor gemakkelijk materiaal en toeristen vervoerd konden worden. Toch waren we nog erg verbaasd om er een station met 5 sporen te zien, een restaurant, een hotel, een sportwinkel, een kroeg en vele toeristische winkeltjes.

Het station is erg goed opgezet: nergens staan zomaar bankjes om te zitten, behalve bij de eettentjes (consumptie verplicht) en aan het einde van het station. Juist daar waait het het hardst. Je gaat daar dus niet voor je lol even uitgebreid pauzeren. We hebben snel een reep gegeten en wat gedronken en zijn daarna verder gegaan.

De Kleine Scheidegg.

We gaan verder naar Wengernalp, dan richting Wengen om daarna af te dalen naar Trümmelbach. De afdaling naar Trümmelbach (het dorp), langs de Trümmel Bach (de beek), is steil. Aan het einde zijn daarom trapjes in de berg gehakt.

Een eenzaam boompje.

Het Trümmelbachtal met uitzicht op Lauterbrunnen.

In de originele planning zouden we vandaag stoppen in Gimmelwald. Dat ligt op een helling en er is geen camping. Het wordt weer moeilijk om een plek voor de tent te vinden. Op een paar kilometer van Trümmelbach ligt echter camping Rütti. We besluiten om daar te overnachten.

Naast onze tent staat een tent van een Australisch stel. Zij hebben de afgelopen dagen een paar wandeltochtjes gedaan in de omgeving. Een mooie kans om ze eens te ondervragen over de sneeuwcondities boven. Ze vertellen ons dat er veel sneeuw ligt boven, we zijn benieuwd.

Woensdag 24 juni 2009, 4e dag trektocht.

Vandaag loopt de tocht van de camping Rütti, door het Sefinental naar de Rotstockhütte. Daarna over de Sefinafugga pas, het Kiental in. Aangezien het een flinke klim is van 1800 hoogtemeters, zijn we overgeschakeld naar vaker, maar korte pauzeren. Eerst maar eens opstaan. We ritsen de tent open en, on-ge-loof-lijk: BERGEN! Het is ineens opengetrokken en prachtig weer!

Bergen!

We beginnen de lange klim door het Sefinental. Wat is het mooi, zo met uitzicht!

Onderweg zien en horen we tientallen mini-lawines. Soms zien we grote stukken sneeuw verplaatsen, soms gaat de sneeuw door een trechter en veroorzaakt een soort sneeuw-waterval.

Bovenaan het dal komen we aan bij de Rotstockhütte. Deze ligt onder de Schilthorn, met daarop het ronddraaiende restaurant (bekend van 007).  Het is de hoogste tijd voor de lunch.

Bij de Rotstockhütte hebben we nog naar het weer gevraagd en de toestand van het pad naar de Sefinafugga. De weersverwachting is goed, er zijn ons vandaag al 3 mensen voorgegaan. Verder is er de afgelopen dagen verse sneeuw gevallen, dus daar moeten we rekening mee houden.

Lunch met uitzicht op Eiger, Mönch, Jungfrau.

Wat een genot, lopen in de zon, met prachtig uitzicht. In dit dal komen we de een na de andere bergmarmot tegen. We lopen verder richting Sefinafugga. Tijd voor een reep. We horen en zien weer kleine lawines. Wat een geweld, zelfs zo klein.

Dan is het tijd voor de pas. Tot nu toe hebben we nog niet over sneeuw gelopen, dus we zijn erg benieuwd. Nog één bocht om en daar is de pas. Je kunt de voetstappen van voorgangers zien en bovenaan de pas staan mensen.

Sefinafugga-pas.

Na een leuke klim zijn we boven. De drie mannen die we van beneden af al zagen staan, kwamen we onderweg tegen. Ze waren eigenlijk op weg naar de Gspaltenhornhütte, maar vinden het te gevaarlijk met al die verse sneeuw. Er was die kant op ook nog geen spoor.

Het laatste stukje naar boven worden we op de hielen gezeten door 2 Amerikaanse jongens. Ze hebben sportschoenen en korte broek aan en vragen ons de weg naar de Gspaltenhornhütte. Eén van de twee vindt de weg tot nu toe al spannend genoeg. We vertellen wat we gehoord hebben van de 3 alpinisten, waarop ze besluiten toch maar de normale weg naar het Kiental te nemen. Dat is al spannend genoeg.

Ze mogen van ons voorgaan, we houden onze adem in. Hopelijk komen ze zonder kleerscheuren beneden.

Sefinafugga-pas.

De afdaling richting Kiental begint glibberig. Er zijn houten trapjes gemaakt, omdat het zo steil is. Door de sneeuw die op het hout ligt, zijn de trapjes glibberig geworden. Na de trapjes wordt het minder steil en kunnen we verder lopen over de sneeuw. Dat schiet een stuk beter op. Regelmatig komen we een handafdruk tegen in de sneeuw.

Ondertussen trekt het weer helemaal dicht met bewolking. Er is niets te zien van het Kiental. We hopen in de buurt van Obere Dürreberg te kunnen overnachten. Dat is een herdershut zonder een mogelijkheid tot overnachten. Het pad gaat daarna steil naar beneden. Overal is het steil of d’r staan koeien. Ondertussen komen we langs Bürgli. Op de kaart is niet te zien wat het precies is, maar het blijkt een boerderij te zijn, waar men nog volop aan het werk is. Het is al zeven uur geworden en we zijn moe en hebben honger.

Dan maar even langs het pad een bakje spaghetti maken. Tijdens het eten komt er nog een jeep voorbij en komt een boer met karretje naar beneden gelopen. Wat een drukte hier. Geen plek om onze tent op te zetten. Bij Bürgli besluiten we om linksaf richting Gamchi te lopen. Geen idee wat we daar aan gaan treffen, het kan zomaar ook een herdershut zijn. Eerst moeten we nog een stukje door een smal dal. Het uitzicht wordt al beter: waar het dal zich verbreedt, zien we vlakke grasvelden en een stroompje. Net als we de laatste bocht om komen, zien we een boerderij liggen. On-ge-loof-lijk. Zwitserland is echt geen land om in rond te trekken met een tent.

Deze boerderij is blijkbaar Gamchi. Ze lijken wel cola te verkopen, er hangt in ieder geval een reclame-bord bij de deur. Het is ondertussen al aardig laat geworden, dus we besluiten toch te vragen of we de tent niet ergens neer kunnen zetten hier. De boer vertelt dat ze een ‘lager’ hebben en dat we daar kunnen blijven voor 6 franken per persoon. Dit lager is boven de koeienstal gemaakt. We slapen niet al te best op het te korte of te zachte matras, maar het was wel grappig.

De wc ligt tussen de stal van de kalfjes en de stal van de varkens. Er loopt een oud vrouwtje rond die graag een gesprek wilt maken met ons. ’s Ochtends is ze de melk aan het controleren. Ze vertelt ons dat ze 14 boerderijen heeft, die ze één voor één bezoekt om de kwaliteit van de melk en de koeien te controleren. Haar zoon heeft ook een boerderij zoals deze. Ze was deze week nog bij de Bundalp hütte geweest. We gokken dat ze in de 60 was, ongelooflijk dat ze nog dit soort tochten loopt!

De Gamchi-hut.

Donderdag 25 juni 2009, 5e dag trektocht.

Vandaag nog een hoge pas: Van Gamchi via de Hohtürli pas naar de Oeschinensee en dan Kandersteg. Misschien hebben we ’s ochtends geluk, dat we terug kunnen kijken in het Kiental. Gisteren liepen we daar in de bewolking.

Nee, jammer, het is er nog steeds bewolkt.

Ook hier komen we weer gruwelijk veel bergmarmotten tegen. Ze zijn nog een beetje sloom lijkt het wel, we kunnen ze best dicht naderen.

Bergmarmot.

Op het pad tussen de Hohtürli en de Bundalphütte komen we nog wat wandelaars uit de richting van de Hohtürli tegen. We vragen ze hoe het pad is. Aan deze kant is het steil en lang. Boven goed gezekerd met wat touwen en trappen. Aan de andere kant is het alleen bovenaan steil met veel sneeuw. We zijn benieuwd, bedanken ze en vertrekken naar boven. Zij gaan verder naar de Bundalphütte.

Klimmetje.

De weg omhoog is inderdaad steil. Niet verwonderlijk, we moeten van 2000 m naar 2834 m. Gamchi lag op 1672 m, dus we hebben er al een kleine klim opzitten. Het begin gaat over steil gruis, we voelen onze kuiten goed. Na het gruis dienen de eerste sneeuwveldjes zich alweer aan. Deze keer blijven we langs de rots lopen en hoeven we niet veel over sneeuw.

Onderweg hebben we prachtig uitzicht op de Sefinafugga pas (2612 m), waar we gisteren waren.

Nog één bocht om en dan is de pas in zicht. We moeten rechts langs de rotsen blijven lopen. Op deze manier valt het erg mee, maar als je hier naar beneden zou moeten met vastgevroren sneeuw of ijs, dan wordt het een ander verhaal. En dan zijn we er. Prachtig!

Hohtürli.

Precies op de graat van de pas ligt de Blümlisalphuette. Beneden in het dal ligt de Oeschinnensee en Kandersteg. Daar gaan we naartoe, daar waar de wolken zijn. We komen hier op de pas een Nederlander tegen die vanaf de Oeschinnensee komt. Hij vond het laatste stukje omhoog erg moeilijk. Als we daarop naar beneden kijken, zien we dat hij het pad niet gevolgd heeft. Blijkbaar heeft iemand, nadat de verse sneeuw gevallen was, een nieuw, snel pad naar beneden gespoord. Vervolgens ziet iedereen dit spoor en denkt dat het pad daar loopt. Dat is ook lastig te zien als de verfstippen bedekt zijn met sneeuw. Ook is het altijd makkelijker om van boven naar beneden het pad te zien, dan dat je van beneden naar boven kijkt.

Onze afdaling gaat makkelijk en soepeltjes. Veel makkelijker dan we gedacht hadden. Na de sneeuwveldjes lopen we verder over het pad. We hebben uitzicht op de Blümlisalpgletsjer. Wat een spleten!

De Blümlisalpgletsjer.

Tegen de tijd dat we bij de Oeschinensee aankomen, trekt het weer helemaal dicht. Het is een lange afdaling, niet steil maar lang. We moeten van 2834 m weer terug naar 1285 m. Na de Oeschinensee begint het weer te regenen. Even later begint het zelfs te onweren. We zijn net op tijd in Kandersteg om ons pakketje eten op te halen. We blijven onszelf ook verbazen dat we zelfs met grote rugzakken toch de normale loopuren halen. Moe en nat melden we ons weer op de camping aan.

Vrijdag 26 juni 2009.

Het heeft weer de hele nacht geregend. Als we opstaan is dit ons uitzicht:

Kandersteg.

De laatste 5 dagen waren vooral regenachtig. Het beetje goede weer wat we gehad hebben, duurde niet langer dan een paar uur. De weersverwachting voorspelt ook niet veel goeds. Tegen de tijd dat we de tent hebben opgebroken, regent het weer pijpenstelen. We besluiten toch maar om niet door te gaan. Dat zou betekenen dat we weer een dag in de regen gaan lopen, zonder uitzicht. Op de kaart zagen we al dat we zeker weer problemen gaan krijgen om onze tent ergens neer te zetten. Verder wordt het weer een erg zware dag, met heel veel hoogtemeters en een volle tas met al ons nieuw proviand. Als we daar nu prachtig uitzicht voor terug zouden krijgen, dan is het wel de moeite waard. Maar op deze manier gaat de lol er snel vanaf.

In de stromende regen lopen we naar het station in Kandersteg en bestellen 2 kaartjes naar Meiringen. Vanaf Meiringen een stukje naar de auto gelopen en daarna ingecheckt op de camping. Tijd voor een bakje koffie.

De rest van de dag doen we een wasje en proberen we uit te zoeken waar het goede weer gebleven is. We worden niet echt veel wijzer, het blijkt in de hele Alpen en in heel centraal Europa slecht weer te zijn. Behalve in Nederland dan. In Meiringen is een internet café, waar we op zoek gaan naar goed weer. Alle websites met weersverwachtingen zeggen wat anders. De ene voorspelt zon, de ander regen met onweer. Alleen in Zuid-Europa is het goed. We besluiten de gok te nemen en morgen naar Orpierre in Zuid-Frankrijk te gaan.

Foto’s

Klik hier om alle foto’s te bekijken.

Film

Bibliografie

Iris Kürschner – Schweiz: Bärentrek
Uitgeverij Conrad Stein Verlag GmbH, 2006
ISBN 978 3 86686 175 6

Schweizer Wanderwege, Wanderkarte 1:50 000,  254T Interlaken

Schweizer Wanderwege, Wanderkarte 1:50 000,  255T Sustenpass

Schweizer Wanderwege, Wanderkarte 1:50 000,  263T Wildstrubel

Schweizer Wanderwege, Wanderkarte 1:50 000,  264T Jungfrau

Een gedachte over “Baerentrek, zomer 2009.

  1. Pingback: Lentetocht langs de Bernese Muur | Debbie's trektochten

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s